Nachtvlinders op Goeree-Overflakkee Nachtvlinders worden vaak met een lichtval gevangen. Anton Baaij- ens van de Vlinderwerkgroep Zeeland maakte een foto van zo' n soort val en beschrijft de werking ervan. 's Avonds doe je de lamp aan; de vlinders komen op het ultraviolette licht af, vliegen op de lamp aan en glij den als het ware via de reflector zo de bak in. In die bak zitten eierdozen en daar kruipen ze in weg voor het licht, net als overdag. Ze blijven de rest van de nacht dan rustig zitten, 's Morgens als het licht is haal je het deksel voorzichtig van de kist. Omdat het dan al licht is blijven de vlinders rustig zitten, wat ze altijd doen overdag. Je controleert eierdoosje voor eierdoosje en schrijft alles op. Simpel. Het kost enige moeite om alle vlinders uit de eierdozen te krijgen om ze vrij te laten. Je moet ze echt uitkloppen in de bosjes. Regen en wind vormen geen belemmering om te vangen: over de lamp zit een wekfles die de lamp beschermd. Hans Huisman Een jubileum, zoals nu dat van de Vereniging, biedt een uitgelezen mogelijkheid om terug te kijken en de balans op te maken. In dit stukje willen we deze gelegenheid aangrijpen om iets te vertellen over het nachtvlinderonderzoek op Flakkee, dat trouwens net zijn eigen vijftigjarig jubileum achter de rug heeft. Vijftig jaar waarnemen De meest effectieve methode om de nachtvlin derfauna te onderzoeken is lichtvangst. En bijna 98 van alle vlinders in Nederland zijn nacht vlinders. Van 1953 tot 1990 heeft in Melissant op de meeste bruikbare nachten een vlinderval ge brand, waardoor er zeer veel gegevens verzameld zijn over wat er in die tijd gevlogen heeft. Dit is aangevuld met incidentele dagwaarnemingen el ders op Flakkee, rupsenvondsten enz. In enkele jaren is systematisch in de duinen van Ouddorp en op de Kwade Hoek gevangen. Na 1990 is dit ver vangen door periodieke vangsten in het zandwal- lengebied van Ouddorp en in de Waterleidingdui nen van Goedereede, dank zij de welwillende medewerking van de beheerder aldaar. Al deze gegevens worden momenteel ingebracht in de da tabank van de Werkgroep VlinderFaunistiek van EIS-Nederland. Pas als dit voltooid is kunnen echt verantwoorde conclusies getrokken worden, maar stellig kunnen nu al voorlopige indrukken gegeven worden. Voor we dat gaan doen is het goed om duidelijk te stellen dat je zo'n onderzoek natuurlijk niet al leen doet en dat j e het moet plaatsen in een lande- lijk kader. In het begin heb ik veel onderzoek samen met P.Vroegindeweij uit Middelharnis ge daan, wat een grote hoeveelheid gegevens heeft opgeleverd, niet alleen van Middelharnis en rond Sommelsdijk.maar speciaal ook uit de duinen. De laatste jaren zet D.Doornheijn in Nieuwe Tonge het onderzoek op zijn manier door, terwijl ook an dere waarnemers nuttige gegevens aandragen. In Zeeland is een zeer aktieve vlinderwerkgroep bezig. Alleen al op theoretische gronden zou het wenselijk zijn dat er (ook?) een werkgroep voor heel Zuidwest-Nederland zou komen. Populatiedynamiek Een hoofdindruk van 50 jaar waarnemen is dat de vlinderfauna nog veel dynamischer is dan we eerst gedacht hadden. Nog ieder jaar, na 50 jaar systematisch vangen, worden soorten als nieuw voor Flakkee gevonden, terwijl andere voorgoed of tijdelijk verdwenen. Iedereen, die zich voor vlinders interesseertweet dat de Koninginnepage Papilio machaon, die vroeger over heel Flakkee algemeen was, sinds de zestiger jaren vrijwel verd wenen is en pas de laatste tijd weer sporadisch ge zien wordt, terwijl het Landkaartje Araschnia le- vana, dat vroeger geheel ontbrak, nu min of meer geregeld wordt waargenomen. Hetzelfde blijkt voor de nachtvlinders te gelden, teminste in die zin dat het bestand voortdurend in beweging is. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 14