De Veldkrekel Gryllus campestris op Goeree
Tekening uit:
De sprinkhanen en krekels
van Nederland.
Krijn Tanis
Een aantal jaren terug was deze krekel mij volledig onbekend, totdat Kees Mostert van de
Provincie Zuid-Holland dol enthousiast een aantal van deze beestjes hoorde op de Kleistee
en vertelde hoe zeldzaam deze krekel wel is in Zuidwest-Nederland.
Mijn interesse gaat voornamelijk uit naar vogels.vlinders en planten, dus belangstelling voor
krekels en sprinkhanen met al hun gesjirp en gekras stond op een heel laag pitje. Mede door
toedoen van Gerard Lokker en mijn zoon George, groeide langzaam de belangstelling voor dit
toch wel heel bijzondere beestje op Goeree. Gerard en George hoorden overal in het
Zandwallengebied in de voorzomer de Veldkrekels zingen.
Na wat onderzoek in beschikbare literatuur over het voorkomen en de verspreiding van de
Veldkrekel, werd al snel duidelijk dat een inventarisatie van deze krekel, gezien de zeldzaam
heid in Nederland, eigelijk een 'must' was. Nooit eerder heeft er een inventarisatie van
Veldkrekels op Goeree plaatsgevonden, dus des te interessanter.
Veldkrekels in het verleden
Volgens "De Sprinkhanen en Krekels van Ne
derland 1997werd de Veldkrekel voor het eerst
in Nederland in 1825 gemeld door Bennet van
Olivier.
De soort kwam tot 1980 in 2 atlasblokken 5x5
km op Goeree voor en na 1980 in 1 atlasblok. Op
Schouwen vóór 1950 in 2 blokken en tot 1980 nog
in 1 blok. Na een schijnbare afwezigheid in de
jaren negentig, werd de soort in 2003 daar weer
opnieuw vastgesteld (enkele exemplaren). De
landelijk verspreiding vóór 1980 was 171 atlas-
blokken en in 1980-1993 nog in slechts 52 atlas-
blokken, de trend is dus sterk afnemend.
Thans komt de soort nog voor in het oosten en
zuidoosten van het land, voornamelijk op heide-
terreinen. Het voorkomen op Goeree en Schou
wen is daarom heel bijzonder te noemen,nergens
anders in ons land is de Veldkrekel in het kustge
bied te vinden.
Beschrijving
De Veldkrekel is robuust gebouwd en heeft een
dikke kop met sterke kaken. Een pitbull onder de
insecten. Het mannetje houdt gevechten met
soortgenoten. In Japan en China worden zelfs kre
kelgevechten gehouden, al zal dat niet met Gryl
lus campestris zijn. Zowel het mannetje als het
vrouwtje kunnen niet vliegen, de vrouwtjes kun
nen ook niet sjirpen, maar zijn te herkennen aan
de lange slanke legboor aan het achterlijf.
De cyclus is eenjarig, het vrouwtje legt de in to
taal ca 200 eieren in groepen van 20 tot 40 eieren in
de grond. De eieren ontwikkelen zich binnen en
kele weken zonder diapauze. Het aantal nymfale
(vervelling)stadia varieert van 10 tot 12, ze over
winteren vanaf oktober in het negende of tiende
stadium in een holletje, om in maart alweer als
nymf voor de dag te komen om vervolgens nog
een of tweemaal te vervellen. De levensduur van
de volwassen krekels wordt geschat op 80 tot 100
17