Ook de Stichting NLGO. de St. Natuur en Mi lieu en de St. ZHL maken bezwaar. Op 30 september 1983 brengt de PPC van Zuid Holland haar advies uit over de ingediende be zwaarschriften in eerste termijn (bij de gemeen te). De PPC meent dat geen nieuwe feiten worden aangedragen. Ze erkent dat er sprake is van een ingreep, maar dat de belangenafweging in het voordeel van de jachthaven uitvalt. Per brief van 5 oktober 1983 worden we uitge nodigd voor een mondelinge toelichting van onze bezwaren, op 20 oktober 1983 ten provinciehuize. Het bestuur machtigt ondergetekende deze toe lichting op zich te nemen. Uiteraard zijn ook op deze hoorzitting onze bezwaren weer uitgebreid uitgelegd. Dit keer met in acht name van welke rol de provincie hierin speelt: die van bewaker van de ruimtelijke ordening in het gebied. En de beleids- criteria die zij daarbij hanteert, waaronder die waarin zij stelt dat nieuwe ontwikkelingen een versterking van bestaande functies moeten geven. Dat leek ons nu juist, in het licht van de be staande natuur, strijdig met de gevraagde ontwik keling. GS van Zuid Holland was vertegenwoordigd door Gedeputeerde Noorland. Van de gemeente Goedereede was burgemeester van Velzen aan wezig. Burgemeester Van Velzen geeft aan dat de optie van verblijfsrecreatie in de Preekhilpolder is afgevoerd. De behoefte aan jachthavenruimte blijft echter. Een nieuw element is de opkomende surfsport. Maar dat kon natuurlijk ook tegen de haven gebruikt worden,gelet op haar ligging. Ge deputeerde Noorland meent dat de afweging te recht is gemaakt en is niet onder de indruk van ons argument rond de provinciale criteria en richtlij nen. 14 november 1983 komt GS met haar besluit: dat de bezwaren geen aanleiding geven tot ont houding van goedkeuring aan enig onderdeel; van het plan:ofwel onze bezwaren werden ongegrond verklaard. Vreemd hierbij is wel dat GS in haar ar gumentatie verwijst naar richtlijn 17 van het Streekplan dat aangeeft dat bij situering van een intensief te benutten recreatieve voorziening onder andere rekening moet worden gehouden met in de nabijheid gelegen natuurwetenschap pelijke waardevolle gebieden. En vervolgt dan dat het plan hieraan voldoet, temeer daar de jacht haven zodanig zal worden ingericht dat voor een ernstige aantasting van de natuurwaarden in de Preekhilpolder niet behoeft te worden gevreesd. Geen woord dus over de natuurwaarde van De Val zelf! De Kroon Het enige wat ons nu nog rest is bezwaar indie nen bij De Kroon, het hoogste rechtscollege in deze. Dit kan tot 2 januari 1984. Dus richten wij,op 27 december 1983,onze bezwaren aan "Hare Ma jesteit de Koningin', zoals dat officieel pleegt te gebeuren. Zij zelf zal ons bezwaar vermoedelijk nooit gezien hebben. In feite gaat dit naar: de Voorzitter van de Afdeling voor de geschillen van bestuur van de Raad van State, door tussenkomst van de Minister VROM. Op 12 november 1984 ontvangen wij een af schrift van het advies dat GS aan de.Raad van State. GS gaat nog wel in op onze bedenkingen over het niet voldoende afwegen van de belangen van de natuur in de Val. Zij meent dat hier terdege rekening mee is gehouden. Zij bleek zelfs in juni van dat jaar een nieuw onderzoek te hebben inge steld naar de aard en omvang van de besproken natuurwaarden. Weliswaar kan de aanwezigheid van natuurwaarden niet worden ontkend, stelt zij maar tegen de achtergrond van de beoogde zone ring zullen deze niet worden verstoord. Ook het Ministerie van VROM wordt gevraagd om advies. Op 21 februari 1985 heeft een aantal leden van NLGO, Krijn Tanis, Sam van Driel, Wout Visser, Jan Langendoen en ondergetekende nog een gesprek met een vertegenwoordiger van VROM. Plaats van handelinghet café bij de haven van Ouddorp. VROM geeft,op 25 april 1985,haar advies in het 'geschil'. Zij refereert onder andere aan de onthouding van goedkeuring, specifiek voor De Val, aan een eerder bestemmingsplan voor het gebied. VROM concludeert evenwel dat de natuurwaarden niet dusdanig zijn. dat aanleg van een jachthaven als onaanvaardbaar zou moe ten worden beschouwd. Daarnaast erkent ze ook dat niet meer van een stiltegebied kan worden gesproken, vanwege de aanwezige RW 57. Maar ook vindt VROM dat de aanleg van een jachthaven hier niets in verandert. Wel geeft VROM toe dat de door ons aangegeven locaties (Springersdiep en de bestaande haven van Ouddorp) meer aansluiten bij de bestaande 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 36