Preekhil geeft haar geheimen (nog niet) prijs Figuur 6. Het westelijk deel van de Preekhilpolder. Foto:Hans Klepper. Hans Klepper Preekhil, de naam van een poldertje aan de zuidwestzijde van Ouddorp. Een naam die bij velen tot de verbeelding spreekt. Is er in vroeger eeuwen werkelijk gepreekt? Gebeurde dit in een kapel of door hagepreken? Beide is mogelijk. Vaststaat dat er een kapel heeft gestaan, evenals dat er ter bedevaart is gegaan. Natuurbeschermers raken er opgewonden over omdat het een gebied is met grote natuur waarden en uitstekend geschikt om natuurwaarden verder te verbeteren. Voor historici is het een gebied met grote cultuurhistorische waarden. Dit artikel gaat over het laatste. Overstromingen Tot 1723 maakte het gebied deel uit van de pol der 'Het Oudeland van Diependorst'. De polder waarin ook Ouddorp gesticht is. Die polder is (veel) groter geweest dan nu. Aan de zuidzijde zijn door overstroming grote delen weggeslagen en in de Grevelingen verdwenen. Aan de landzijde werden steeds nieuwe dijken aangelegd. Dijken die ook weer onvoldoende bleken te zijn voor het oprukkende water en voor de stroom die de dij ken ondermijnde. In tegenstelling tot de zuidzijde van de polder Schouwen is over het verdronken land van 'Het Oudeland van Diependorst' weinig tot niets bekend. Verdronken grote delen van Schouwen pas in de late Middeleeuwen (15e eeuw) in de Oosterschelde.bij Ouddorp moet het landverlies eerder zijn geweest. Op oude kaarten en in archieven is er weinig van terug te vinden. Ook vroege geschiedschrijvers maken geen mel ding van verdronken dorpen. Met enige regelmaat vonden er overstromin gen plaats in 'Het Oudeland'. De zuiddijk Oude- landse Zeedijk) bij Ouddorp vertoont een grillig verloop als gevolg van dijkdoorbraken. De huidi ge haven van Ouddorp is in 1860 ingepast in dijk- restanten van doorgebroken oude polderdijken. Iets westelijker tref je de 'Oude Val' aan.De naam zegt het al. Door ondermijning van de Grevelin- genoever. als gevolg van de sterke stromingen. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 6