ders in het westen van Ouddorp' uit 1610 van Jacob Cornelisz. Koutter (collectie Hingman nr. 2216) laat geen sporen zien van een kapel of ande re religieuze aanduidingen. Op de kaarten uit Het Caertboeck van Voorne is er eveneens niets van terug te vinden (Figuur 2). Vreemd genoeg is er over de kapel heel weinig bekend. Zelfs geen af beelding. Bij de kapel moet op de zuidelijke uitloper van de Westduinen nog een groot kruis hebben ge staan. wat van ver te zien was. Van Dam schrijft over een Beelt. Anderen noemen het het grote kruis. Hoe het ook zij, het zal een baken zijn ge weest voor de zeevarenden en landlieden, om zich zowel ruimtelijk als geestelijk op te kunnen oriën teren. De naam preekhil of preekwerf suggereert dat er (ook) buiten de kapel religieuze handelingen plaatsvonden. Op (het detail van) de kaart vanhet West-Nieuwland (Figuur 3) wordt van Prick Hil- len gesproken. Ook in het (oudere) dialect spreekt men van prikhil. Bodemonderzoek De Historische vereniging voor Goeree Over- flakkee 'De Motte' heeft een aantal jaren geleden nog een klein bodemonderzoekje uitgevoerd. Bij het uitdiepen van de sloot tussen het perceel van het Zuid-Hollands Landschap en de percelen van Figuur 3. Detail van de1 Caarte van het West Nieuwland in West Voorn',1696. Uit het Caartboeckvan Voorne. Linksonder 'De Prick Hillen;rechtsonder de Westduinen. de heer Zeelenberg waren grote bakstenen te voorschijn gekomen. De herkomst daarvan is toen nader onderzocht. Uit het onderzoek van De Motte bleek dat het ging om een 18e eeuwse ste- Figuur 4. Detail van (nog) onbekende kaart van de polder Flet Oudeland te Ouddorp. De vierkante plattegrond met steunberen zou de locatie van de kapel kunnen zijn. - r:<i "v V p U.^rr-^rs i

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 9