oudste kade om deze polder moet 300 meter wes
telijk van de huidige Dreischorse dijk hebben ge
legen, hetgeen nog te zien is aan de verkaveling.
Tussen de Schouwse dijk en de Dreischorse dijk
lagen ooit schorren en slikken met de Gouwe als
brede geul in het midden.
De polder Noordgouwe ontstond in 1374 door
de aanleg van twee dammen tussen Schouwen en
Dreischor: de Zuiddijk met de Roterijdijk langs
het latere Schuddebeurs en de Weeldijk bij
Noordgouwe. De grote kronkel in de laatste dijk
komt hierna nog aan de orde. Opvallend is nog dat
Noordgouwe een ringdorp is in een vrij jonge pol
der. In het algemeen tref je namelijk ringdorpen
alleen in de oudste polders aan. In de loop van de
14de eeuw moet Noordgouwe naar het voorbeeld
van Dreischor als ringdorp zijn aangelegd. In de
verkaveling van de drie polders op het kaartfrag-
ment is het verschil in ouderdom goed te zien. De
kronkelende Donkereweg in het verlengde van
de Bosweg is aangelegd op de zandige kreekrug
van de Gouwe.
Welen
Ten westen van het dorp Noordgouwe zien we
het Kakkersweel. Deze waterplas moet ontstaan
zijn als gevolg van een doorbraak van de Schouw
se dijk tijdens een stormvloed. Wellicht was dat in
1288 toen het eiland Dreischor overstroomde en
Sirjansland los kwam te liggen. Het is goed moge
lijk dat het toen gevormde Dijkwater tussen Drei
schor en Duiveland zo belangrijk werd, dat de
Gouwe sneller ging verzanden.
Door het gat in de Schouwse dijk kolkte veel
water en aldus ontstond er een doorbraakgat of
weel. De dijk werd hersteld en het getij sloot men
zodoende buiten. Het weel kon toen niet meer
dichtslibben. Bij een 'binnengedijkt weel' maakt
de dijk altijd een opvallende kronkel.
Na de inpoldering van de polder Noordgouwe
moet er tij dens een andere stormvloed een enorm
gat in de Weeldijk zijn geslagen. Bij de boerderij
Schraphage zien we een onderbreking in de oude
dijk van wel 750 meter. Deze stormvloed moet van
na 1374 zijn en vóór 1401 toen de polder Zonne-
maire tot stand kwam. Landinwaarts werd na de
doorbraak uit het noorden een ringkade of 'vin
gerling' gelegd. In 1375 en 1398 waren er zeer
zware stormvloeden. De eerste komt het meest in
aanmerking, want dan kon na dijkherstel het toen
"buitengedijkte weel' een kwart eeuw lang dicht
slibben. Het nieuw gevormde land werd op deze
manier een deel van de polder Zonnemaire.
Bij het maken van de vingerling bleef tegen een
kleine kronkel in die dijk een ondiep plasje vlak
tegen de Weeldijk achter. Op de topografische
kaart uit 1856 is dat nog te zien. Het stond bekend
als het weeltje van Arjaon de Kuper (ook het
weeltje van Jewan Vis). De kaart van 1915 toont
geen weel, maar wel drassig land met sloten. Deze
Het'weeltje' bij Noordgouwe. Foto: Rob deJongh.
9