verandering heeft te maken met het verlagen van het polderpeil. Het ge bied leek in de eerste helft van de 20ste eeuw meer op een droogge vallen geul dan op een weel. In 1959 veranderde de situatie opnieuw en dat is door Johannes Vijverberg in 'Sterna' beschreven. In het kader van de herverkave- lingswerken werd het laaggelegen weiland opgehoogd en geëgali seerd. Het laagste stuk, deels on diep water en deels slik, bleef als een rechthoek bewaard. Daar om heen werd een brede sloot gegra ven. De uitgegraven grond werd op de rand van het lage deel gestort en gaf enige beschutting aan de broe dende vogels. Op aandrang van de eigenaar was zodoende, vooral ter- wille van de Kluten, op een kunst matig eiland een mini-reservaat ontstaan. Een echte weel kan je het eigenlijk niet meer noemen. Later gebruikte de jeugd van Noordgou- we de sloot om het eilandje als een schaatsbaan. Al me teen in 1960 lagen er 24 nes ten, de helft van de Kluut en de an dere helft van de Visdief en de Kok meeuw. Het gebiedje te midden van het grasland bleef een ideale rust en broedplaats. De veldwaarne mingen van Johan Everaers in de 'Sterna' van 2001 laten zien, dat er behalve de reeds genoemde vogels ook Kievit, Tureluur, Scholekster, Meerkoet,Waterhoen,Wilde Eend, Bergeend, Slobeend Kuifeend en Kleine Karekiet broeden. In de trektijd is het gebied belangrijk voor pleisterende steltlopers. De herverkaveling na 1953 spaarde de dijken, de welen en het dorp. In de omliggende polders kwamen grotere percelen die aan gepast waren aan de moderne land bouw. Al met al is de geschiedenis van het cultuurlandschap rond Noordgouwe nog goed'te lezen'. Johannes Vijverberg in 1927.Foto: Jan P. Strijbos. Vijverberg Noordgouwe werd bekend omdat Johannes Vijverberg (1880-1965) er woonde. Hij was een pionier op het gebied van de vogelfotografie en de vogelbescherming. In 1949 was hij één van de oprichters van de Vogelwacht. In het boek 'De roep der velden'(1927) vertelt Vijverberg op verzoek van de uitgever Schoonderbeek uit Laren iets over zijn leven. Hij haalt zijn ouders naar voren die hem veel vrijheid gaven om rond zijn geboortedorp Oosterland buiten te zwer ven. In Haarlem, waar hij wordt opgeleid voor onderwijzer, leidt hij 'een planteleven, eentonig, ongezellig'. Mooie foto's van de Kluut in het tijdschrift 'De Levende Natuur' brengen hem dan op het spoor van de vogelfotografie. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 12