In 1909 was Vijverberg terug op Schouwen- Duiveland als hoofd van de Lagere School in Noordgouwe. Naast talloze artikelen schreef hij tussen 1925 en 1933 onder de titel 'Vogelidyllen' een 5-delige reeks boeken met verhalen en foto's over vogels. Paling In het boek 'De tooi der tijden'(1928) vertelt Vijverberg over de rijkdom aan Paling in de tijd van zijn grootvader, dus halverwege de 19de eeuw. Hij voert hem ook sprekend in: 'Och. och, wat hebben we vroeger'n paling gevangen!een kamervol! ...eenhuis vol! ...een kerk vol!'. Dit vangen ging met fuiken of met een kruisnet. Van dat laatste vistuig maakte 'mééster Vuver- barg' gelukkig een foto, waarschijnlijk in het Kak kersweel met de Schouwse dijk op de achter grond. Zo'n kruisnet bestond uit twee buigzame stokken van ongeveer 2 meter, die ten opzichte van elkaar konden draaien. Ze waren vastge maakt aan een lange staak en het hele spul kon je lopend of op de fiets vervoeren. Vanaf de kant van het water zette je de staak uit en draaide de gebo gen stokken dwars op elkaar. Aan de vier punten kon vervolgens het kleine kuilnet worden beves tigd. Op de foto is te zien dat de visser het kruisnet met een touw vanaf de rechte paal in een drijven de houten bak heeft laten zakken. De ervaring had geleerd dat je 's avonds vóór het donker de meeste Paling kon vangen en dan vooral bij drei gend warm weer dat uitliep op onweer. Ook de stand van de maan zou van invloed zijn op het vangstsucces. Fuiken werden vaak in een sloot met wat stroming geplaatst. De gevangen vis werd thuis gegeten en ook wel verkocht aan de paling broodbakkers in Zierikzee. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 13