Topjaar voor Kerkuilen
op Schouwen-Duiveland in 2004
Tekening: Kees de Kraker.
Rinus van 't Hof
Op een boerderij hoort men in de donkere avonduren wel eens een vals gekrijs. Wat is dat
voor vogel? Nu, dan spreekt men over de Kerkuil Tyto alba. Deze nachtvogel vindt men in de
poldergebieden nabij een boerenerf. Door de inzet van natuurbeschermers zijn deze oranje
uilen weer terug in Nederland. Dat bewees zich het afgelopen zomerjaar 2004 op Schouwen-
Duiveland, waar de populatie fors was toegenomen en er sprake was van een topjaar.
Landelijk nieuws
In de jaren vijftig broedden circa 1800 paar in
Nederland. In sommige jaren werden er zelfs 3500
geteld. De strenge winter van 1962/63 zorgde voor
een massale sterfte, er bleven maar enkele tiental
len broedparen over. Het herstel kwam in 1967,
waarin 500 - 800 broedparen werden waargeno
men. Maar de strenge winter van 1979 zorgde op
nieuw voor een forse daling.men noteerde daarna
nog 100 broedparen.
Door het plaatsen van broedkasten op boerde
rijen, nam vanaf 1988 de populatie weer toe. De
echte opmars begon in 1990, toen een goed veld-
nruizenjaar voor een stijging van de populatie tot
1.000 paar zorgde. Een echt topjaar was 2001,
waarbij in heel Nederland 2500 paren tot broeden
kwamen. Voor 2004 kwam men op 2355 paren met
8318 jongen tijdens het eerste broedsel.
Provinciaal nieuws
De Kerkuilenwerkgroep Zeeland startte in
1987,zo ook te Schouwen-Duiveland. Men begon
toen met het inventariseren van broedparen en
solitaire Kerkuilen. Tevens werden broedkasten
geplaatst op boerderijen over de gehele provin
cie. Dat leverde in de zomer van 1980 al 23 broed
paren op. Het rijke veldmuizenjaar van 1992 zorg
de voor 35 broedparen in Zeeland.
14