Na vele jaren tellen, zijn de heren in het vak vergrijsd. V.l.n.r.iPhilipp Derks.Bram Goudzwaard. John Beijersbergen. Coos Ettema, Kees de Kraker, Gerard Slob. René van Loo en Henk de Kok (van het vaste clubje ontbreekt André de Jonge). Foto:]. H. Koppelaar, 24 april 1998 Melissant - destijds gemaakt voor een artikel over de tellingen in het Eilanden Nieuws. vens moet afvragen wie geteld heeft, dan gaat dat ten koste van de conclusies die je kunt trekken. Al die 30 jaar heeft dezelfde harde kern van vo gelaars de broedvogels van de Grevelingen in kaart gebracht. Toch is de inventarisatiemethode aangepast De laatste jaren van het integrale broedvogel- onderzoek werden steeds arbeidsintensiever. Kleinschaliger gebieden zoals de Slikken van Flakkee-noord en de Hompelvoet moesten al af zonderlijk worden geïnventariseerd. Eigenlijk kwamen hier steeds meer deelgebieden bij die niet overzichtelijk genoeg waren om met drie gan gen in het broedseizoen te inventariseren. In 2000 is het moeilijke besluit genomen te stoppen met de jaarlijkse integrale broedvogeltelling. Geko zen is voor de jaarlijkse inventarisatie van een 8- tal plots van ongeveer 50 ha volgens het systeem van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van het SOVON. Hiermee worden de broedvo- gelgegevens opgenomen in een landelijke gege- vensset van het SOVON. Binnen de plots worden de territoria van broedvogels gelokaliseerd en als een stip op de kaart aangegeven. Eens in de 3 jaar wordt weer een integrale broedvogelinventarisa- tie uitgevoerd. Wat verloren gaat is een jaarlijks, integraal beeld van de broedvogelpopulatie van de Greve lingen. Wat gewonnen wordt is een gedetailleerd beeld van locaties van territoria van broedvogels in de kleinschaliger delen van de Grevelingen waar het aandeel zangvogels groot is. De inventariseerders van het eerste uur, die vrijwel zonder uitzondering de volhouders van nu blijken te zijn, moeten bedankt worden voor hun niet aflatende inspanning. Hoewel het geen straf is om jaarlijks in het voorj aar in de Grevelingen te komen, is het dankzij het volhouden van deze vo gelaars dat er zo'n waardevolle reeks gegevens is ontstaan. Er bestaat geen lintje voor deze liefheb bers van vogels in de Grevelingen. Ik hoop dat zij de vele resultaten van hun inventarisaties en of nuttige toepassingen in het beheer als een belo ningvan hun werk zien Dank aan: Gerard Slob, John Beijersbergen, René van Loo, André de Jonge, Bram Goudzwaard. Henk de Kok t. Kees de Kraker, Philip Derks, Coos Et tema, Medewerkers van het R1KZ. Mark Hoek- stein Volgend artikel: Broedvogelgegevens van de Grevelingen en de bruikbaarheid voor het beheer. Han Sluiter Staatsbosbeheer, Tilburg e-mail: j.a.sluiter@planet.nl 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 31