De Noordse woelmuis in Nederland Als aparte ondersoort is Microtus oeconomus arenicola de enige endemische zoogdier soort van Nederland. De soort is typerend voor vochtige tot uitgesproken natte vegetaties in laagveen- en kleigebieden. De nationale wetgeving en Europese verplichtingen vereisen de bescherming van de Noordse woelmuis en zijn leefgebied. In Europees verband wordt hij vermeld in de Habitatrichtlijn in de bijlagen II en IV, in bijlage II zelfs als prioritaire soort. Dat betekent dat er voldoende 'Speciale Beschermingszones' voor moeten worden aangewezen. Nederland heeft inmiddels gebieden voor de lijst aangemeld. Voor deze gebieden moeten beheersplannen worden gemaakt gericht op de soort waarvoor de gebieden zijn aange wezen. Het beschermingsplan behandelt de maatregelen die in die gebieden en daarbui ten mogelijk en nodig zijn om de soort duurzaam te behouden. Uit: Beschermingsplan Noordse woelmuis Habitat Het voorkeursbiotoop van de Noordse woel muis bestaat uit moerassige terreinen zoals: riet land, natte ruigte en natte schraalgraslanden. Een hoge dynamiek in de vorm van wisselende water standen met 's winters regelmatig water in het maaiveld is gunstig voor de Noordse woelmuis. Het is een muis van de "koude grond", die uitste kend kan zwemmen en pas drooggevallen terrei nen snel koloniseert. Een eerste klas pionier! Waar concurrerende soorten als Aardmuis en Veldmuis ontbreken komt de Noordse woelmuis ook in drogere terreintypes voor. De belangrijkste redenen waarom de Noordse woelmuis het tegenwoordig in Nederland minder goed doet als vroeger,zijn gelegen in verlaging en betere beheersing van grondwaterpeilen met daaraan gekoppeld het verdwijnen van winterse inundaties en het oprukken van de twee concur renten. Waar deze twee verschijnen wordt de Noordse woelmuis teruggedrongen tot in de nat ste biotopen. Dit leidt tot verbrokkeling van het leefgebied met een vergrote kans op uitsterven van geïsoleerde populaties. Op Schouwen-Duive- land en Goeree-Overflakkee komt de Aardmuis nog niet voor en was de Veldmuis tot voor kort marginaal aanwezig. Wel heeft er in de afgelopen decennia een toename van de Veldmuis plaatsge vonden, terwijl de Noordse woelmuis is afgeno men. Met de aanleg van dammen is de isolatie van de twee voormalige eilanden een stuk minder ge worden en ook door het veelvuldig gesleep met materiaal (grond,plantmateriaal),lijkt het onont koombaar dat de Aardmuis (die al voorkomt tot (VZZ-2002) aan de Krammersluizen) binnen afzienbare ter mijn zowel Schouwen als Flakkee zal bereiken. Verspreidingsonderzoek Bij veel onderzoeken zijn vooral de plaatsen onderzocht waar de Noordse woelmuis in eerste instantie te verwachten was: moerasgebiedjes met rietland zoals De Maire bij Oosterland, Steenzwaan, Dijkwater, Kakkersweel, de inlagen 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 33