ze helpen de populatie van deze bijzondere dier soort te versterken. Het zijn echter geen optimale biotopen en wanneer de Aardmuis Schouwen zou bereiken, zal het ook wel gedaan zijn met de Noordse woelmuis op de akkerranden. Kop van Schouwen Bij Noordse woelmuizen werd in eerste instan tie altijd aan rietland gedacht. Zo nu en dan kwa men er signalen dat de soort hierendaarookinhet duingebied.zoals Het Zeepe en het Watergat aan wezig zou zijn. Herfst 2004 hield de Zoogdier werkgroep Zeeland in samenwerking met de Veldwerkgroep van de Vereniging voor bescher ming van zoogdieren een onderzoekskamp op Schouwen, waarbij extra aandacht werd geschon ken aan het voorkomen van de Noordse woelmuis inde duinen. Op droge terreinen, zoals velden met Duinriet rond Nieuw-Haamstede en in het Vroongebied bleek de Veldmuis aanwezig en geen Noordse woelmuizen. Deze werden wel gevangen in een wat meer vochtige omgeving aan de zuidrand van het Vliegveld en in een enkel valleitje met Pitrus in het Zeepe. Het ging daarbij om lage aantallen en hoofdzakelijk subadulte dieren, wat niet op een grote populatie wijst. Een duidelijke kern populatie met veel dieren uit alle leeftijdsklassen werd aangetroffen in een natte laagte met Kruip wilg en Duinriet aan de westkant van de Eenden kooi nabij de Oude Hoeve. Dit gebied werd niet begraasd. Aardige bijkomstigheid van het onderzoek van het zoogdierkamp, bleek de sterk toegenomen verspreiding van de Rosse woelmuis in de Kop van Schouwen. Deze soort komt pas sinds begin negentiger jaren voor op Schouwen. Waarschijn lijk meegekomen met materiaal en als eerste vast gesteld ten oosten van Renesse. De Rosse woel muis is een soort van droge struweel- en bosranden. In dit soort biotoop bleken ze nu op veel plaatsen aanwezig (Slotbos, omgeving Nieuw-Haamstede, Vroongebied). De Rosse woelmuis vormt door zijn biotoopvoorkeur geen beperking voor de Noordse woelmuis. Voor een completer overzicht onderzocht ik later nog een serie valleitjes ter weerskanten van de Adriaan van der Weijde weg die naar de uitkijk toren leidt. In de vochtige met Pitrus begroeide slenken, bleek de Noordse woelmuis op veel plaatsen aanwezig. Slechts enkele dieren wanneer het ging om een wat drogere begroeiing met naast Pitruspollen ook Pijpenstrootje en Zandzegge en een groter aantal op meer vochtige plaatsen. Ge plagde valleien boden geen goed biotoop (water op lage deel, met langs de plas een te smalle ruig tegordel). Begrazing en betreding door de pon- ny's vormde eveneens een probleem. De Noordse woelmuis blijkt in een ijl netwerk over het Zeepe (Natuurmonumenten) en aangrenzend Groene Duin (Staatsbosbeheer) voor te komen, dankzij de aanwezigheid van talrijke vochtige valleitjes. In de vallei bij het pompstation werd geen Noord se woelmuis gevangen, maar wel weer Rosse woelmuis, terwijl de Veldmuis in een duinriet- strook langs de bosrand werd aangetroffen. Samen met Noordse woelmuis trouwens. Conclusies en aanbevelingen De ruime verspreiding van de Noordse woel muis op Schouwen-Duiveland is in belangrijke mate te danken aan de afwezigheid van de Aard- muis. Aangezien deze soort waarschijnlijk vroeg of laat het gebied zal bereiken is de aanwezigheid van een netwerk van optimale biotopen van be lang voor het overleven van de Noordse woel muis. Het gaat daarbij om natte gebieden met wis selende waterstanden.Een dynamisch peilbeheer voor moerasgebieden werkt in het voordeel van de Noordse woelmuis. Het Waterschap De Zeeuwse eilanden is mo menteel bezig met het aanleggen van natuur vriendelijke oevers langs de Schouwse hoofdaf wateringen. Wanneer langzaam glooiende oevers worden aangelegd, kunnen zich hierop rietvege taties ontwikkelen waarmee belangrijke verbin dingszones door het Schouwse polderland ont staan. Wanneer ten dienste van de landbouw echter een tegennatuurlijk peilbeheer gehan teerd wordt ('s zomers hoog, 's winters laag), zijn de gebruiksmogelijkheden voor de Noordse woelmuis beperkt. Op geschikte plaatsen kunnen akkerranden de verspreiding van de Noordse woelmuis onder steunen. De graasdruk van Shetlandponny's in het Zeepe en aangrenzend Groene Duin is voor de Noordse woelmuis te hoog. Aangezien de open vlakten met Duinriet geheel uit het gebied verd wenen zijn, zou een verlaging van het aantal pon- 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 36