1995/1996 t/m 1997/1998 een overwinterend dier aanwezig. Discussie Hoewel de aantallen overwinterende vleer muizen in de bunkers op Goeree in vergelijking met Voorne en Schouwen vrij gering zijn, is het toch van groot belang dat vleermuizen de moge lijkheid hebben om te overwinteren op Goeree. De meeste soorten vleermuizen hebben moeite met het migreren over grote open gebieden (Hel- mer et al.. 1987). Goeree-Overflakkee is welis waar verbonden met het vasteland sinds 1970 maar dat betekent niet dat het eiland daarmee ge makkelijk te bereiken is voor vleermuizen. Wan neer boombewonende soorten als watervleer muis de kans hebben succesvol te overwinteren is de kans ook groter dat zich zomerpopulaties zul len vormen in het binnenduinrandgebied van Goeree. Momenteel zijn hier nog geen kraamko- lonies bekend, maar dat kan op korte termijn wel eens kunnen gaan veranderen. In de zomermaanden heeft er ook onderzoek op Goeree-Overflakkee aan vleermuizen plaats gevonden door middel van bat-detectors. Dit on derzoek met bat-detectors heeft aan het licht ge bracht dat ruim driekwart van de foeragerende vleermuizen bestaat uit de gewone dwergvleer muis (Limpens et al., 1993). Ook de ruige dwerg vleermuis en laatvlieger komen plaatselijk voor. De Watervleermuis werd slechts in kleine aan tallen opgemerkt boven het Zuiderdiep. even eens een enkele Meervleermuis. De grootoor- vleermuis is niet gehoord maar die kan relatief makkelijk worden gemist,omdat de ultrasone ge luiden van deze soort vaak pas op enkele meters hoorbaar zijn. Eenmaal werd een Rosse vleer muis Nvctalus noctula gehoord boven een weg in de omgeving van Nieuwe Tonge. Deze melding heeft ongetwijfeld betrekking op een migrerend exemplaar. Er zijn in totaal dus zeven soorten vleermuizen op Goeree-Overflakkee bekend. Waar komen ze vandaan? Het is onduidelijk waar de vleermuizen van daan komen die op Goeree in de bunkers over winteren. Van de grootoorvleermuis. die graag op warme zolders verblijft zoals bijvoorbeeld in oude kerkgebouwen, is het aannemelijk dat deze dieren van het eiland zelf komen. Watervleermui zen komen mogelijk deels van andere gebieden. Het is aannemelijk dat de meeste dieren die op Goeree overwinteren mannetjes betreffen. Deze dieren leven in het zomerhalfjaar solitair of in kleine groepjes en stellen minder hoge eisen aan bijvoorbeeld de ouderdom van bomen. Toekomst Uit bovenstaande blijkt dat de aantalsontwik keling van overwinterende vleermuizen in de bunkers van Goeree redelijk positief is te noe men. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat een deel van de bunkers (bij Ouddorp en Kwade Hoek) zijn afgesloten en ingericht voor vleermuizen. Sinds afgelopen winter is ook de bunker in de Preekhilpolder ingericht en afgeslo ten voor vleermuizen. Wanneer de bunkers langs de Oostdijk en op De Punt ook ingericht kunnen worden zijn er voldoende veilige rustplaatsen voor vleermuizen om een goede populatie op Goeree te kunnen opbouwen. Hopelijk resulteert dit op korte termijn ook in zomerkolonies van deze soorten op Goeree waar jongen geboren worden. Tabel 1. Overzicht vleermuisaantallen per bunkercomplex op Goeree, periode 1990-2005. 90/91 91/92 92/93 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 bunkers Oostdijk 0 0 1 0 2 3 1 2 0 1 1 1 1 1 4 bunkers Preekhilpolder 4 4 7 2 3 2 4 3 2 7 2 bunkers Ouddorp 11 13 16 18 12 12 5 7 7 8 12 bunkers Kwade Hoek 1 5 4 8 9 13 16 14 16 14 11 complex Oostdijk 1 0 0 0 0 bunkers De Punt 13 12 23 17 17 0 0 1 0 18 25 28 30 24 28 40 37 49 47 46 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 6