eigenlijk alleen Havik nog over. Bij een volgende inventarisatieronde blijkt in het gebied een Buizerdhorst niet bezet, ondanks de aanwezigheid van een Buizerdpaar aldaar. Bij een volgende ronde op 29 maart 2004 ontdekt hij een nieuw nest in aanbouw in de mik van een flin ke wilg.Tijdens een ronde op 19 mei hoort Theo de Kuiper in datzelfde bosdeel een flink opgewon den 'gekekker'. Vanaf een beschutte plek obser veert hij het nieuwe nest en ontdekt 2 felgele ogen die hem aanstaren. De vogel staat even later op en toont een overwegend witte borst met donkerder horizontale strepen. De vogel laat zich van het nest vallen en verdwijnt laag tussen de bomen. Theo de Kuiper staat verbaasd en realiseert zich dat een Buizerd met felgele ogen en horizontale buikstrepen niet bestaat. Dit is een Havik! Niet veel later stijgt de vogel op onder luid gekekker. Een vrouwtje Havik; onmiskenbaar..en dan ook nog van een nest afvliegend! Op 30 mei bezoeken beide auteurs de nestom geving. Het is er rustig. Slechts een mannetje (tar- sel genaamd) Havik laat zich in de omgeving horen. Bij een bezoek vanTheo de Kuiper en Annelies in 't Veld op lOjuninemenzijophet nest 3 kuikens waar. waarvan één met al doorkomende slagpen nen. Tijdens een volgend bezoek van beide au teurs op 15 juni 2004 zien zij een kuiken met veren en een 2e met dons en veren in de nestkom. Zij zien het vrouwtje vliegen en horen het gekekker van het mannetje. Een excursie van Theo de Kui per met een kleine groep mensen op 17 juni voert door het gebied. Het vrouwtje vliegt over de groep heen..maar niemand die het opmerkt. Gelukkig, want (met het oog op verstoring of vervolging) willen beide auteurs het broedgeval stilhouden tot alle jongen veilig zijn uitgevlogen. En dan lijkt het alsnog mis te gaan door natuur lijke oorzaak. Door een zeldzame zomerstorm op 23 juni 2004 breekt één van de drie grote, het nest ondersteunende, takken af. Gelukkig valt de tak langs de horst en het nest blijft gespaard. Bij een bezoek op 1 juli blijkt de horst geheel verlaten. Theo de Kuiper beklimt de boom en treft in de nestkom resten van Fazant, Vlaamse Gaai en Kauw. Toekomst Het verschijnen van de Havik als broedvogel in Zeeland en op Schouwen-Duiveland was geen echte verrassing. Veel interessanter is de aantals ontwikkeling en verspreiding van de soort de ko mende jaren. Niemand twijfelt aan het vooruitzicht dat de Havik de komende jaren Zeeland en dus ook Schouwen-Duiveland verder verovert. Stapel- voedsel in de vorm van duiven en kraaiachtigen is in ruime mate voorhanden. Daarnaast zijn er ver schillende bosgebieden die nu nog niet bezet lij ken. Op ons eiland gaat het dan om bijvoorbeeld Zeepe (Slotbos), Boswachterij,Schuddebeurs en de aanplant rond kreken; Schelphoek, Ouwer- kerk.Dijkwater en Maire. Daarnaast zijn er volop gebieden met veel beplanting waar de soort zich ook zeker thuis zal voelen; Nieuw-Haamstede, omgeving Slot Moermond, Den Osse en omge- vingAquadelta. Opvallend is wel dat de opmars in Zeeland lijkt plaats te vinden vanuit het noorden via de duins treek en vanuit het oosten en juist niet via het zui den. Opvallend omdat Zeeuws Vlaanderen een optie leek juist over de grens broeden toch al jaren Haviken: in 2003 twee succesvolle broedpa- ren (Walter De Smet). Literatuur Bijlsma. Rob G. 1996. Ecologische Atlas van de Neder landse Roofvogels. Castelijns. H. 2004. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2002 en 2003. Roofvogelwerkgroep Zeeland/Vogelbescherming regio Delta/West Brabant. Eigen (digitale) uitgave SOVON vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000 Vergeer, J-W G. van Zuylen. 1994. Broedvogels van Zeeland. Walhout,J. F.Twisk 1998. Vogels van Walcheren. Werkgroep Avifauna Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland 1986. De Vogels van Schouwen- Duiveland. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 20