Slakkeninventarisatie Dorpsbosje Sirjansland Harry Raad - Slakker/werkgroep KNNVAfd. Bevelanden, rapport nr. 30, d.d. 27-4-2005) Op 14 mei 2005 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden het Dorpsbosje Sirjansland (kmhokken 60/61-410). Aanwezig waren: Harry Raad, Ine van de Ven en Jaap Woefs. Het bosje is een vierkant vlekje op de kaart van ruim 100x100m. We kenden het gebied niets of nauwelijks, maar dit excursievoorstel van ine was voor het slakkenwerk een succes. Inleiding Zo pal na vrijdag de dertiende konden we weer onbekommerd op stap gaan voor wat slakken- werk. We waren met weinig, maar het groepje was enthousiast genoeg, mede door het prachtige voorjaarsweer. Het dorpsbosje bij Sirjansland. gelegen tegen de dijk van de gelijknamige polder, is een terrein van Staatsbosbeheer. We waren hier met permis sie van beheerder Dirk Fluij t. Het gemengde loof bos werd aangelegd na de Ramp van 1953,zo staat te lezen op het informatiepaneel nabij een poel. Die poel is een herstelde 'brandpit' uit het verle den. Rondom de poel is het bos teruggezet om ecologische reden; een poel met veel licht is voor veel planten en dieren nu eenmaal interessanter dan een donkere bosvijver. Het bos zelf is van ge ringe botanische waarde. In 'De vegetatie van Noord-Zeeland' is de aanduiding: 'jong loofbos met ruigtekruiden' te vinden, wat bij een bota nisch geïnteresseerde niet meteen veel enthou siasme opwekt. Het omringende boerenland heeft door de wa tersnood en de daarop volgende herinrichting een jong karakter gekregen, maar de basis van deze cultuurgrond is toch al eeuwenoud. De naam van polder en dorp gaat terug naar de veertiende eeuw, toen Jan van Beaumont tot herdijking over ging van land dat in 1288 verloren was gegaan. Er is wel eens een vermoeden van een Engelse in breng geuit (Sir John!), maar dat wordt door een oude streekbeschrijving van IsaacTirion (1751) al naar het rijk der fabelen verwezen. Hij geeft de uitleg dat het woord Sir slegts uit een verkorte en bedorvene uitspraak geboorenzy" (van 'sHeer). Het dorp Sirjansland viert trouwens dit jaar zijn 700-jarig bestaan. Met deze informatie over natuur en historie staat het succes van een slakkentocht niet bij voorbaat vast. Een zoute slok in een nog tamelijk recent verleden en een jong rechttoe rechtaan bosje geven geen hooggespannen verwachtingen. Ik had in de uitnodiging dan ook maar aangege ven dat we ons zouden toeleggen op naaktslak- ken, een tot nu toe wat vergeten groep, die allicht wel met een paar algemene soorten (ter nadere bestudering) vertegenwoordigd zou zijn. Vondsten in verschillende terreint j pen Bij het bosje aangekomen maakte Ine ons snel blij met de aanwezigheid van een poel, de oude brandpit. Dus het telescopische visnet werd op lengte gebracht en de eerste slakken werden op gevist. Mooie dikke gewone poelslakken, geen probleem om die te zien en te herkennen. Verder eigenlijk niet zo veel aanvullends. Wat klein spul, één Schijfhorentje en wat Ovale poelslakken. Dat alles in grote dotten Draadalg. Het potje voor thuisonderzoek was zo wel erg gauw vol. Jaap heeft met een keukenzeef nog wat vast bodemma teriaal geschraapt, waarin wat lege huisjes van Puntige blaashoren bleken te zitten. Ook die drab ging inde pot. We hadden in het veld al talloze ju veniele slakjes opgemerkt op de ondergedoken planten en algen. Thuis konden die als jonge Ovale poelslakken herkend worden.Tussen al die schuivende en vretende poelslakjes was ook de evenmin grote Jenkins' waterhoren te vinden. Om het visnet niet de hele tijd mee te slepen hebben we gelijk maar even in de aangrenzende wegsloot gevist om het net vervolgens in de auto op te bergen. Dat was een vrij diep slootje met wei nig en niet al te fris water. In de zwarte modder werd de 'Jenkins' als enige levende slak naar 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 28