Op stap
Inaccessible...
met Gerard Ouweneel
De kleinste niet-vliegende vogel op aarde is een ral. Het beestje leeft uitsluitend op
inaccessible en heet daarom Inaccessible-lslandral. Dat eiland ligt in de zuidelijke Atlantische
Oceaan, veertig kilometer van Tristan da Cunha, dat is te vinden 3000 kilometer ten westen
van Kaapstad en 3300 ten oosten van Buenos Aires. Op Tristan wonen circa 300 mensen, die
het moeten doen zonder vliegveld. Hierdoor vormen ze de meest geïsoleerde menselijke
nederzetting op deze aarde. Inaccessible is onbewoond. Het doet zijn naam eer aan, want
deze betekent 'ontoegankelijk, ongenaakbaar en onbeklimbaar'. Het eiland is rechthoekig en
stijgt rondom loodrecht op uit zee, tot zo'n 600 meter hoogte. Slecht weer is ruim voorhanden
en een landing riskant. Toch willen vogelaars dat graag. Want afgezien van de begeerde ral
die prominent in de 'Top 10 moeilijk te bereiken soorten' op deze wereld staat huizen op
Inaccessible twee soorten endemische gorzen en broeden er zo'n 20 soorten zeevogels,
waaronder meer dan twee miljoen paren Grote Pijlstormvogels, de merkwaardige
Brilstormvogel en enkele paren Tristan-albatrossen, een van de reuzenalbatrossen, op deze
wereld de grootste vliegende vogels.
Op 29 maart 2005 gingen de ankers uit van de
Professor Multanovskit vóór Blenden Hall, een
plek waar een landing soms lukt. Van de dramati
sche gebeurtenissen in 1821 en hun nasleep, waar
aan Blenden Hall de naam ontleent, waren de vo
gelaars zich geenszins bewust. Bewapend met
optiek, kaplaarzen, reddingsvesten en oliegoed
dromdenze aan dek bijeen, speculerend over kan
sen om aan land te komen. Allengs werd het stil.
Want de grootste landrot kon zien, dat wind en
deining uit de verkeerde hoek kwamen. Een zo
diac ging op onderzoek richting landingsplek.
Daar ging het mis,goed mis.Tony Marr,een van de
kwartiermakers, kwam hevig in aanraking met
het steenstrandje vijf dagen later, op Sint Hele
na, vernam hij de diagnose gebroken rib. Via de
walkietalkie kwam vanaf Blenden Hall de mede
deling 'landing cancelled'. Onder de vogelaars
ontstond rumoer, gelijk morrend scheepsvolk op
de Bounty ten beste gaf, voorafgaand aan hun fa
meuze muiterij. Maar het anker werd gelicht en
het schip voer weg. Geen ral. Teleurstelling. Want
de kans ooit nog eens op, of zelfs bij Inaccessible
terug te komen, is uiterst gering.
Nipt zeven weken later weer speculaties over al
of niet doorgaan van een landing. Niet op het dek
van de Professor Multanovskiy, maar op Schou
wen en Goeree. Het eiland was niet Inaccessible
maar de Hompelvoet. Dat kwam zo.
Voorjaar 2005 gaf opnieuw alle aanleiding tot
spoedoverleg over Grote Sterns. De vogels had
den de Grevelingen de rug toegekeerd. Wèl waren
ze weer in de Flaauwers-inlaag, maar minder dan
gehoopt. En dan, grote verrassing, na 44 jaar weer
Grote Sterns op de Scheelhoek. Voor het laatst
broedden ze daar in 1961. Op 4 juni kwam het ge
zelschapje bijeen. Na ochtendappèl in de Heeren
keet eerst naar de Flaauwers en de Prunje, waar
John Beijersbergen bevlogen vertelde over ver
der op stapel staande plannen. Ondertussen ge
nieten van de Grote Sterns in de Flaauwers en van
broedende Noordse Sterns in de Weevers-inlaag.
Eensgezinde lof over de kwaliteiten van zoute mi
lieus, in het bijzonder voor vogels. Wèl deden de
witte koppen op de Oosterschelde twijfels rijzen
of die middag de oversteek over het Springers-
diep naar de Hompelvoet leuk zou blijven. Over
de Brouwersdam naar de Scheelhoek, waar Han
Meerman van Natuurmonumenten wachtte.
Deze kreeg van alle kanten felicitaties, compli
menten en raadgevingen. 'Grote Sterns terug op
de Scheelhoek, het beste cadeau dat Natuur
monumenten zich in dit jubileumjaar kon wen
sen', kreeg Han te horen. Vooral Krij n Tanis stond
te glimmen. Zijn lievelingsvogels terug op Goe
ree...vlakbij zijn Ouddorp! Voor het geval nodig,
gaf Kees de Kraker Han een cursus rattenbestrij
ding, compleet met illustraties. Overbodig naar
bleek. Op 9 juni werden de Scheelhoek-eilanden
bezocht door Peter Meininger. Deze mailde ver
heugd rond dat alles naar wens verliep. Ongeveer
2100 paren Grote Sterns, veel jongen, weinig dode
pullen, volop aanvoer van visjes en geen sporen
82