Kwakkelen met vlinders in 2005
Het Klein geaderd witje verschijnt wat vroeger dan de koolwitjes en is vaak langs struweelranden waar te nemen. Hier
een parend stel op een brandnetelblad. Foto:Henk Harmsen.
Kees de Kraker
Eigenlijk kon het verhaal over dat abominabele vlinderjaar 2004 zo weer geplaatst worden, want
2005 bracht in dat opzicht weinig verbetering.
Het vlinderbloemenmengsel dat ik gezaaid had stond er fleurig, maar opvallend verlaten bij en met
die ervaring stond ik niet alleen.. Gelukkig waren er zoals altijd een aantal lichtpuntjes, zoals het
langdurig fraaie weer van de afgelopen herfst, waardoor je tot half november nog Atalanta's zag
rondvliegen. Heel bijzonder en erg aangenaam.
Kommer en kwel
Ik kan mij niet herinneren van de zomer ook
maar 1 Dagpauwoog in de tuin gezien te hebben.
In juli wel een aantal op de eilanden in de Greve-
lingen, waar ze pas uitgeslopen op Koninginne-
kruid te vinden waren. Binnen enkele dagen
waren ze echter verdwenen. De meeste hadden
toen al een plekje voor overwintering opgezocht,
zoals in de vogelwachterswoning op de Hompel
voet.
Waar waren ze: de Dagpauwogen, Kleine vos
sen, Distelvlinders, Argusvlinders, Vuurvlinder
tjes, Atalanta's en Oranje Luzernevlinders?
Veel soorten lieten zich nog wel zien, maar
doorgaans in minimale aantallen. Overigens was
het niet bij iedereen kommer en kwel. Zo telde
Marlies Jongejan in haar tuin aan de rand van het
Vliegveld bij Nieuw-Haamstede in de eerste
week van augustus (week 3188 dagvlinders be
staande uit maar liefst 22 soorten. Hieronder
zeker niet de minste, als Kleine parelmoervlinder,
Geelsprietdikkopje, Groot dikkopje. Heivlinder
en Bruin blauwtje.
Het maakt veel uit, hoe je tuin er uit ziet, met
bomen, struiken en bloemen, maar het maakt
vaak nog meer uit waar die tuin ligt. De meeste
vlinders die we in onze tuin zien, planten zich daar
immers niet voort, maar moeten uit de omgeving
komen. Dat nogal wat soorten niet ver in de be
bouwing doordringen kan mooi geïllustreerd
worden met de telling van Cobie Dekker de buur
vrouw van Marlies, die op circa vijftig meter af
stand van het Vliegveld woont. Zij telde namelijk
in week 31 slechts 15 vlinders verdeeld over 10
soorten. Dikkopjes, blauwtjes en Hooibeestjes
ontbreken vrijwel geheel.
85