Wisselende ervaringen
Een soort die een positieve aantalsontwikke
ling laat zien, is het Oranjetipje. Dit vlindertje
wordt op steeds meer plaatsen gezien, zij het zel
den in grotere aantallen.
Bij René van Loo die aan de bosrand woont bij
Ouwerkerk zaten maximaal 6 mannetjes en twee
vrouwtjes in de tuin (2 mei). Nu vallen die vrouw
tjes minder op, maar waarschijnlijk blijven die
meer in het biotoop waar ze eitjes afzetten, terwijl
de mannen rondzwerven op zoek naar andere
vrouwen. Zo kan het gebeuren dat er eind april
begin mei plotseling een wit vlindertje met van die
prachtige oranje vleugeltippen door je tuin dwar
relt en even later weer verdwenen is. Bij heel wat
mensen in Burgh-Haamstede was dat het geval en
niet alleen daar maar ook in al die andere plaatsen
als Zierikzee. Dreischor. Bruinisse, Ouddorp enz.
Dat de eigen waarnemingen niet altijd overeen
stemmen met de ontwikkelingen elders,is mooi te
illustreren met het volgende voorbeeld. Zo meldt
Marlies Jongejan dat ze veel minder Bruine zand
oogjes zag dan in andere jaren. Het Bruine zand
oogje is een algemene soort van ruige graslanden,
die zich in onze omgeving hoofdzakelijk voort
plant op brede bermen, slootkanten, dijken en in
extensief begraasde natuurterreinen. Vroeger
vormde hooiland ook een belangrijk biotoop,
maar voor zover dit in het boerenbedrijf nog
benut wordt, is het veranderd in een zwaar bemes
te grasmat die om de zoveel weken geschoren
wordt. Totaal ongeschikt voor welke vlinder dan
ook. Ook in natuurgebieden wordt veel minder
gehooid dan vroeger. Begrazing is doorgaans
goedkoper en wordt als meer natuurlijk gezien.
Een uitzondering vormt een gedeelte van De Slik
ken van Flakkee waar zo'n tweehonderd hectare
van april tot augustus tijdelijk wordt uitgerasterd
en in juli gehooid. Rond 12 juli vlogen in het nog
niet gehooide grasland dat in breedte varieert van
300 tot 800 meter, minimaal 100 Bruine zandoog
jes per meter over de hele breedte van het gras
land gerekend en dat over een lengte van drie ki
lometer. Dit rekensommetje levert maar liefst
300.000 Bruine zandoogjes op! De rijkelijk aan
wezige Akkerdistels vormden een belangrijke
nectarbron.
Een paar dagen later werd het gras gemaaid en
vlogen er wolken zandoogjes op de naastgelegen
begraasde schorrand die erg bloemrijk is met
massa's nectarplanten als Jakobskruiskruid,
Speerdistel, Rode klaver en Biggenkruid. Tussen
de vele Kattendoorn waar het vee niet graag
graast, zouden afgezette eitjes zich veilig tot rup
sen kunnen ontwikkelen.
Ook bij het Vuurvlindertje was er nogal wat ver
schil in aantalsontwikkeling tussen de verschil
lende gebieden. Zo meldde Anton Baaijens, die
voor Natuurmonumenten de vlinders in Het
Zeepe.het duingebied tussen Burgh en het Vlieg
veld bij Nieuw-Haamstede inventariseerde, dat
de soort weer talrijk was in de duinen. De tuin van
Marlies aan de rand van het Vliegveld liet dan ook
een groot aantal Kleine vuurvlinders zien. Elders
werden juist veel minder Vuurvlindertjes gezien.
In dit geval wordt de talrijkheid in het Zeepe ver
oorzaakt door een voor deze soort gunstige bio
toopontwikkeling. De begrazing door de vele
Shetlandertjes leidt op de kalkarme ondergrond
tot een korte vegetatie met veel mos en kruiden
als Schapenzuring, dat hier de waardplant voor de
rupsen is.
De Heivlinder en de Kleine parelmoervlinder
die evenals de Kleine vuurvlinder, graag een af
wisseling van lage schrale vegetaties en open
zandplekjes hebben, deden het eveneens goed in
het Zeepe.
Een soort die het op veel plaatsen waar rolkla
vers groeien aardig deed, was het Icarusblauwtje.
Aan de rand van het Vliegveld, hadden ze bij Mar
lies weer een slaaplaats in de lavendelheg. Op de
Hompelvoet, een bolwerk voor de soort, over
nachten er honderden in het lange gras bij de vo-
gelwachterswoning. Dat gezamenlijke overnach
ten zien we bij meer soorten. Trouwens bij die
Icarusblauwtjes vinden we ook wel eens Zwart-
sprietdikkopjes.Hooibeestj es en Vuurvlindertjes.
Behalve op slaapplaatsen concentreren vlin
ders zich vaak op rijke voedselbronnen. Zo belde
Teun Rosmolen uit Zierikzee op 7 september met
de mededeling dat het bij hem in een dode Iep.
stikte van de Atalanta's. Een bijzonder gezicht,
zoveel van die vlinders in een kale boom. Aange
zien dat er ook veel wespen zaten, veronderstelde
ik dat het hier om wondvocht uit de boom te doen
was. Dit bevat veel eiwitten en suikers, zodat in
secten daar dol op zijn.Teun ontdekte later inder-
86