Slakkeninventarisatie Kaaskenswater Harry Raad Op 16 oktober 2005 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden het Kaaskenswater e.o. te Zierikzee (km-hok 54-408). Aanwezig waren: Pieter Korstanje, Harry Raad, Ine van de Ven en Jaap Woets. Gebied Het Kaaskenswater ligt noordoostelijk van de oude kern van Zierikzee en is inmiddels deels op genomen in de stadsuitbreiding. De historie van het water is niet nagegaan, maar een beschrijving van IsaakTïrion uit 1751 geeft al een beeld van dit (visrijke) Kaarskens- of Kaaskenswater en de westelijk daarvan gelegen Ronde Weel. De huidige omgeving van het water kent een parkaanleg met ruig gras, gazons en boomgroe pen/bosjes. Het gebied is ontsloten middels wan del- en fietspaden. Er zijn recreatieve voorzienin gen in de vorm van een ijsbaan, een tuin en een scoutinggebouw. Aan de oostzijde langs de Schouwse Dijk is nog iets van het voormalige pol derlandschap aanwezig. Ondanks al die recente cultuurinvloeden heeft het Kaaskenswater nog steeds een landschappelijke waarde, ook al ligt het niet meerin de openpolder. In de jaren 1970 waren natuurliefhebbers nog zeer bevreesd dat het Kaaskenswater aangetast zou worden door stadsuitbreiding, met alle nega tieve gevolgen voor dit bijzondere natuurgebied. De huidige situatie laat zien dat de nieuwbouw beperkt is gebleven en dat er volop aandacht is ge weest voor een groene inrichting. Basters drijfslak Onder de schelpenkenners is het Kaaskenswa ter bekend als dé plek waar de Basters drijfslak voorkomt. Daarover zijn al veel artikelen ge schreven, waarbij dezelfde informatie steeds weer wordt gerepeteerd. Het gaat om een horen tje dat erg op een wadslakje lijkt. Job Baster uit Zierikzee publiceerde de eerste beschrijving van die soort in 1765 aan de hand van materiaal uit het Kaaskenswater. Hij gaf het de wetenschappelijke naam Turbo stagnalis, maar nu kennen we hem als Heleobia stagnorum. Zijn verzamelde materiaal is echter verloren gegaan, waardoor het niet meer is na te gaan of hij die soort wel echt onderschei den heeft van de sterk daarop gelijkende Opge zwollen brakwaterhoren Ventrosia ventrosa, die eveneens talrijk in dit water voorkomtDat was de reden dat die twee onder dezelfde naam (en syno- nymen daarvan) 'gebukt' gingen. Bank c.s. (1979) maakten aannemelijk dat Baster 'zijn' horentje wel degelijk eenduidig had beschreven en dat de twee soorten goed zijn te onderscheiden op schelpkenmerken. Daarmee kwam een eind aan de synonymie en werden er correcte namen uit oude publicaties gehanteerd ter onderscheid van deze twee volwaardige soorten. De Basters drijfslak leeft in Nederland in brak ke wateren, en dan met name in enkele kreken in Zeeland. Vaak leeft het in die wateren samen met een mosdiertje dat 'riffen' vormt en dat we als 'Pa lingbrood' kennen. De verspreiding van de slak is sterk afgenomen, wat gekoppeld kan worden aan het verdwijnen van brakke binnenwateren. Dat is de reden dat de soort in 2004 op de Rode Lijst is geplaatst onder de categorie 'bedreigd'. Het voor stel voor die lijst was een jaar eerder gepubliceerd door St. EIS-Nederland St. Anemoon, waarin de achtergronden zijn weergegeven. De eerste beschrijving van het horentje in 1765 maakt het Kaaskenswater in biologische zin tot een zogenaamde 'typelokaliteit" (Butot, 1977). Dat houdt in dat men er materiaal kan verzame len dat identiek is aan de beschreven soort. Van belang is dan wel dat die populatie daar is blijven leven, dus dat het directe nazaten zijn. Slakkeninventarisatie Met de kennis van het voorgaande ging de werkgroep enthousiast aan de slag na een eerste overleg bij het scoutinggebouw. Het is bij de ex tensief beheerde kreken wel eens moeilijk om goed bij het water te komen, omdat brede riet- en ruigtezomen dat onmogelijk maken. Ine wist bij de villawijk in het noordoosten een goede water oever te vinden, zodat we meteen al een halve 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 20