Soortenlijst slakken Kaaskenswater en omgeving., Zierikzee; inventarisatie 16 oktober 2005, Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden.km-hok 54-408. levend juv ad dood juv ad Landslakken Aegopinellanitida Arion ater Arionhortensiss.1. Arion intermedins Cochlicopa lubrica Deroceraslaeve Deroceras reticulatum Discus rotundatus Helix aspersa Limaxmaximus Oxychilus draparnaudi Trichia hispida Vallonia costata Vallonia excentrica Vallonia pulchella Vertigo pygmaea Vitrea contractu Bruine glansslak Grote wegslak Zwarte wegslak s.l. Egel-wegslak Glanzende agaathoren Kleine akkerslak Gevlekte akkerslak Boerenknoopje Segrijnslak Grote aardslak (Tijgerslak) Grote glansslak Haarslak Geribde jachthorenslak Scheve jachthorenslak Fraaie jachthorenslak Dwerg-korfslak Kleine kristalslak Zoet- en brakwaterslakken/schelpen Heleobia stagnorum Basters drijfslak Potamopyrgus antipodarum Jenkins' waterhoren Ventrosia ventrosa Opgezwollen brakwaterhoren 23 1 5 1 9 10 3 17 2 1 10 5 1 21 1 36 1 3 15 10 16 10 11 35 20 P.M.:oud materiaal van Cerastoderma glaucum - Brakwalerkokkel 3 juv kleppen Litlorina saxatilis tenebrosa - Brakwateralikruik 3 juv horens op schelpkenmerken bemoeilijkte. Het enkele dikke huisje van Jenkins' waterhoren haalde ik er nog wel uit, maar met de slanke huisjes van Bas ters drijfslak en/of opgezwollen brakwaterhoren lag dat anders. Met enige onzekerheid bracht ik de meeste slanke exemplaren op Basters drijfslak, slechts enkele waren duidelijk te herkennen als Opge zwollen brakwaterhoren. Daarbij is gelet op de pigmentatie van het dier (kop, voelspriet, voet). 'Mijn' Basters drijfslakken hadden een zwarte voelspriet, wat niet overeenkomt met de door schijnende voelspriet in de tabel. Kijkend naar de lege horens deed zich een ander probleem voor. Daar kwam ik op 'honderd procent' Opgezwollen brakwaterhoren bij de slanke exemplaren; een aanwezigheid die totaal niet te koppelen was aan die bij de levende slak ken. Overigens deed zich hetzelfde voor bij Jenk ins' waterhoren, die eveneens talrijk voorkwam. De horens waren alle goed te bestuderen, omdat de zwarte aanslag ontbrak. Als referentie ge bruikte ik goed gedetermineerd materiaal uit mijn schelpencollectie. Ik begon te twijfelen aan de juistheid van mijn determinaties door die totaal verschillende ver houdingen bij het levende en dode materiaal. Twee schelpenboeken brachten gelukkig de op lossing. Met het recente zoetwatermollusken- boek van Naturalis (Gittenberger c.s., 1998) kwam er opheldering over de zwarte tentakels: Basters drijfslak heeft wel degelijk zwarte tenta kels. Het nieuwe schelpenboek van Rykel de Bruyne (2004) drukte me met mijn neus op het kleurverschil tussen Basters drijfslak en Opge zwollen brakwaterhoren, dankzij de goede kleu renfoto's van de lege horens. Met deze aanvullen de informatie was het opeens eenvoudig om de verwachte twee soorten in de groep van slanke horens met zekerheid te herkennen. Wat was er fout gegaan bij de eerste determina tiepogingen? Ten eerste had ik in Hoeksema c.s. (1991) wat verder moeten lezen. Dan was duide lijk geworden dat de aldaar beschreven slakken uit Zeeuws-Vlaanderen op sommige punten af wijken van de bestaande beschrijvingen. De ver klaring daarvoor wordt gezocht in verschillend genetisch materiaal bij geïsoleerde populaties. t 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2005 | | pagina 23