De boswachterij heeft een grote recreatieve waarde, waarbij natuurbeleving een belangrijke rol speelt.
Foto: Kees de Kraker.
sen. Het water is helder, de bodem en de planten
resten bruin. Op het wateroppervlak is geen irri-
serend laagje van ijzerbakteriën te zien, wat mijn
verwachting van kwelwater dus niet bevestigt. In
de zeef zie ik wat schijfhorens en poelslakjes, alle
maal kleine exemplaren. Bij nader onderzoek
blijkt het gros van de huisjes leeg te zijn. Ze zijn
wel redelijk vers, want de opperhuid zit er nognet-
jes op. Thuis zie ik ook een lading erwtenmossels
in de meegenomen slootbagger. Ze hebben wat
weg van de Scheve erwtenmossel, maar ik ben te
veel leek op dit gebied om het met zekerheid te
kunnen zeggen. Dat moet dus nog gecontroleerd
worden.
De eerste buit is in ieder geval binnen. Op naar
het startpunt van de excursie bij de werkschuur
van de boswachterij.
Bos en duin
Precies op de afgesproken tijd komt Ine aanlo
pen. We bespreken de afmeldingen en besluiten
als 'voortrekkers' op stap te gaan. Henk zal name
lijk wat later komen. Ine kent het gebied een beet
je en we besluiten eerst wat in de buurt rond te kij
ken om vervolgens met Henk verderop een poel
te bezoeken. Het gebied inlopend zien we al gauw
een perceel met loofbos, waar zo hier en daar een
omgevallen of omgezaagde boom ligt. Het terrein
is hier aardig hobbelig. De kuilen zijn droog en
bieden mogelijkheden voor moeiteloze inspectie
van het aanwezige liggende hout. We zien er een
hoop slakken uit de groep van glans- en blinkslak-
ken. Bij nadere determinatie blijkt het vooral te
gaan om Kelder-glansslak en Bruine blinkslak.
Deze slakken laten zich nog wel redelijk makke
lijk verzamelen,ze glimmen mooi en ze zijn groot
genoeg. Anders is het met het Genavelde tonne
tje, waarvoor je echt op de knieën moet om ze te
zien. Ze grazen onder andere op gekeerd hout.
Het lijken net Mostonnetjes en je moet ze echt
met een loep bekijken om zekerheid te hebben.
Volwassen dieren hebben een huisje met een dui
delijke navel en een omgeslagen mondrand. De
mondrand lijkt vlak afgevijld, zoals dat bijvoor
beeld ook bij de Geribde jachthorenslak is te zien.
Dit slakje heeft een beperkte verspreiding, met
het accent op de duinen van Walcheren. In het At
lasproject Nederlandse Mollusken wordt de eer
ste melding van Schouwen gedaan in 2002 (De
Bruyne c.s., 2002). Henk vertelt later op de excur
sie dat hij de soort van Slot Haamstede en de Zee-
peduinenkent.
57