Verzamelde huisjes van de Griekse duinslak. Foto: Harry Raad. in grote aantallen te vinden. Er komt nog een Be haarde slak bij. Bos en slootoever Dan maar naar een bosperceel voor het doen van andere vondsten. Het gemengde loofbos langs de oprijlaan van het restaurant levert me teen al een volwassen Grote aardslak op. Dat geeft hoop op nog meer vondsten. Ine en Roelof hoor ik in mijn buurt vrijwel uitsluitend padde stoelnamen noemen, wat blijkbaar een teken is dat de slakken het laten afweten of dat er eigenlijk ook veel leukere dingen zijn te beleven. De ande re twee wroeten in het strooisel, maar daar is al leen het grote 'niets'. De plantenwereld levert hier een soort die we niet herkennen, het is een plant in winterbeeld. Roelof komt ons redden met de naam 'Watermunt'Het frisgroene kruipende plantje deed ons aan een erepiijs denken, maar met dit nieuwe inzicht beginnen we de muntgeur pas op te merken. Door het intensieve slakken- werk raakt de raper toch duidelijk verblind, en weet de gewoonste planten niet meer te herken nen.Teleurgesteld gaan we naar een volgend bos perceel, waarbij ik onderweg nog wat strooisel verzamel bij één van de zij takken van de dijksloot en verder nog wat rondkijk in een grasland en langs het fietspad. Die zoekpogingen zijn in eerste instantie zonder resultaat. Het strooisel levert later wel wat op. onder andere wat Plompe dwerg slakken en een enkele Fraaie jachthorenslak. Die vochtminnende soorten zijn te verwachten langs een sloot. Ine heeft de slakkenrapers inmiddels verlaten, omdat er thuis nog wat verplichtingen zijn. De mannen kiezen een bosperceel naast de dwars- sloot. Het bos bestaat voornamelijk uit eiken. Dat is voor slakken niet echt aantrekkelijk. We gaan er toch kijken, want er is liggend, dun stamhout te keren. Daar zitten nogal wat zwarte naaktslakken onder. Ze hebben een witte voet en een vaag vlek ken- enbanenpatroon op respectievelijk schild en staart. Het zijn jonge exemplaren van de Grote aardslak. Jaap vindt hier onze eerste en enige le vende Doorschijnende glasslak. Verder zitten er op de gevallen eikenblaadjes af en toe kleine 'dot jes' van de Egel-wegslak. Dit bosje levert dus toch een aardige aanvulling op de lijst. Asfalt We gaan een nieuw bosperceel proberen. Deze keer een gemengd bosje/hoog struweel met veel wilg tussen dedijkslootendedam.Ikschraapmijn strooisel op bij een appelboompje. De zichtvond- sten leveren niet veel op, we verwachten toch nog wel een tuinslak te vinden. In het meegenomen strooisel zie ik later vooral Egel-wegslakken en Dwergpuntjes. Vervolgens trekken we dwars door de smalle bosstrook naar het talud van de dam. Het is kaal asfalt met hier en daar plakkaten mos, voornamelijk Duinsterretje.Tussen het mos zijn klompen van een groene alg aanwezig; ge leiachtig, met grove, puntige uitsteeksels. Dit noordelijke talud blijkt geen plek voor Moston netjes te zijn. we zien zelfs geen enkele slak op het mos. Beneden, aan de voet van het talud zie ik een fragment dat mogelijk afkomstig is van een Kar tuizerslak. Roelof komt met een Griekse duinslak aanzetten. Het is onze enige vondst van een bruin gebandeerd exemplaar, de andere zijn allemaal met een vlekkenpatroon. Op de grens met het as falt wordt toch maar wat strooisel verzameld en in een zak gepropt, je weet nooit wat dat oplevert. Deze zone krijgt af en toe een plens afstromend 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 25