Wintertelling roofvogels in de Hoeksche Waard
Vervijfvoudiging van aantal in ruim 20 jaar
Arie van der Linden. Gerard Ouweneel Janus Verkerk
In 1983 hield de Vogelwerkgroep Hoeksche Waard haar eerste gebiedsdekkende roofvogeltelling.
Dat gebeurde in januari, in het kader van de landelijke roofvogeltelling waartoe eerder al de
Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) het initiatief nam. Toen deze later met de jaarlijkse telling
stopte, gingen de Hoeksche Waarders door, zodat er nu een ononderbroken reeks tellingen over
een periode van ruim 20 jaar ligt. De resultaten zijn interessant genoeg om bij stil te staan.
De Hoeksche Waard (HW) is bijna 300 km2
groot. Omgeven door water is er veel oeverland,
bestaande uit grienden, buitendijks grasland en
woonkernen. Die laatste groeiden de afgelopen
kwarteeuw aanzienlijk. Hoewel dijken en land-
bouwpolders nogsteeds het aanzien van de streek
bepalen, namen sinds circa 1970 de bouwsels en
boompartijen sterk toe. Dat gebeurde vooral in
het oosten en centrum van de streek, minder in het
westen. De HW is 's winters rijk aan overwinte
rende watervogels en steltlopers, voor roofvogels
een aantrekkelijke voedselbron.
De vogelwerkgroep geeft haar leden 9 dagen de
tijd om in het haar/hem toegewezen terreindeel
de roofvogels te tellen. Die dagen liggen rondom
het weekeinde van de midwinter-watervogeltel
ling, dat de voorkeur heeft. Het werkgroepbe-
stuur verdeelde de streek in landschappelijke
eenheden, waarbij de tellers werden aangespoord
hun eigen gebieden te tellen.de excursieterreinen
dus waarin ze 'thuis' zijn. Beide aspecten verho
gen de trefkans om met succes aanwezige roofvo
gels te registreren. Tiengemeten maakt deel uit
van de HW. Vanaf 1991 incidenteel en na 1998
jaarlijks was een lid bereid het Hitsertsche Gat
over te steken om ook dit eiland op roofvogels na
te lopen.
Uit de oude doos
Van voor 1950 is bitter weinig bekend over de
vogels van de HW.laat staan over roofvogels.Tom
Lebret zag op 11 oktober 1942 rond de Hooge-
6