Ervaringen van een herintredend vogelaar Bert Kleijn Ooit, begin 60er jaren, vanaf m'n dertiende, was ik lid van de NJN. Waarschijnlijk kwam dat door Maaike, het meisje bij mij op de middelbare school, zwarte krullen, leuke lach, donkere ogen, wier ouders een onder monumentenzorg vallende jeugdherberg runden in Oostvoorne. Tot afgrijzen van mijn ouders bracht ik iedere zondagmorgen door met excursies naar Natuurmonument De Beer op Rozenburg, de duinen van Oostvoorne, het Brede Water te Rockanje en Quackjeswater tussen Rockanje en Hellvoetsluis. Alles ging op de fiets en steevast kwam ik onder de modder thuis, meestal rond het middaguur, als vader de messen geslepen had, het rund vlees op tafel kwam en ik een halfbevroren meerkoet met een afgevroren poot uit m'n pukkel (groe ne legertas, zeer populair bij scholieren in die tijd) toverde. Het kwam nooit meer goed Weer of geen weer Gewapend met de vogelaarsbijbel van die tijd, "de Kist" en een goedkoop verrekijkertje trok ken we erop uit, weer of geen weer, dertig graden boven nul of, erger, 20 eronder, kaplaarzen aan, poncho mee, niets kon ons deren. Talrijk zijn de herinneringen aan eenzeer stren ge winter (1962-63) met wakken vol duizenden kleumende eenden,zwanen meerkoeten. Aan el kaar gevroren ijsschotsen op het strand, opgesta peld tot mini-ijsbergen tot meer dan 2 meter hoog die bij het wisselen der getijden surrealistische sporen trokken door het wad, bij eb en oosten wind kon je er tussendoor lopen, een poolland schap zoals daarna nooit meer vertoond aan onze kusten. Van vogelwaarnemingen uit die tijd kan ik me niet zoveel meer herinneren, het ging denk ik vooral om de natuurbeleving. Bij gebleven is een paaskamp op camping Duinrand op de Kop van Schouwen, de oudere jongens en meisjes sliepen in het hooi in de boerenschuur en wij,onnozele 13- jarigen ineen tentje, wisten wij veel ...Totdat, het moet 3e klas HBSzijn geweest, de hormonen door het eigen lijf begonnen te gieren, de poncho werd ingeruild voor een Puch en in plaats van in de jeugdherberg convocaties maken, zo noemden we die stencils van toen, ontdekten we dancing Van Marion in Oostvoorne en later Casablancaen Het Golfje in Rockanje. .Andere vrienden, ande re tijden, waar de Kist en de verrekijker van toen gebleven zijn, ik vraag het me nog steeds af. Een goed idee Tot onze verhuizing naar Westenschouwen zo'n twee jaar geleden was er van actief vogelen dus een jaar of veertig geen sprake (die ene keer dat ik het woord vogelen gebruikte tegenover de vrouw van een Belgische collega had ze de rest van de avond een lachstuip, het schijnt daar heel iets an ders te betekenen). Het leek mijn vrouw een goed idee als ik mij als natuurouder meldde bij de lagere school en daar trof ik, ja 18 maanden later, een folder van de Na tuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland. In middels was het vogelvuurtje in mij opnieuw ont brand toen ik op weg naar een fietsexcursie van het Zeeuws landschap in een van de Schouwse in lagen een schitterende bruine kiekendief maje stueus over de rietvelden zag zweven en ik er al snel achterkwam dat er zich een nest moest bevin den. Sindsdien ging ik iedere dag kijken hoe het met "mijn" kiekendief ging. Excursie De eerste excursie met de VWG was naar Bom- menede, op een vrieskoude maar o zo zonnige fe bruari ochtend, een jaar geleden. Een handvol Blauwe- en Bruine kiekendieven, Slechtvalk en Smelleken was de buit van die fantastische dag,en daarnaast had ik een van de mooiste plekjes van het eiland ontdekt. In maart bezochten we het Zeeuws vogelaarsoverleg in Middelburg en ge noot ik met volle teugen van voordrachten over de kiekendieven van het Land van Saeftinghe en de telpost Breskens. Inmiddels broedde mijn kie kendief opnieuw in de nabijgelegen inlaag, ge noot ik met volle teugen van de balts, prooi over dracht, de eerste vliegpogingen van de jongen. De meest ultieme ervaring was een dag met Zeelands 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 12