De jonge Haviken worden door de ringer uit het nest gehaald. Deze laat ze vervolgens in een zak omlaag zakken.zodat ze op de grond gemeten en geringd kunnen worden. Na het ringen worden ze omhoog getakeld en terug in het nest ge plaatst. Hier de jongen op een horst in de Boswachterij. Foto:Jan Wolfs. kleine bospercelen, de nesten zaten in loof - en naaldbomen. Omdat ik een klimcertificaat en klimtuig bezit, is voor wetenschappelijk onderzoek op Schou wen en in Duiveland in een broedboom geklom men om de biometrische gegevens van de jongen te noteren en deze van ringen te voorzien. In de Boswachterij betrof het een Grove den, waar de horst op 19 meter hoogte zat. Daarin werden twee jonge vrouwtjes aangetroffen. Deze zijn op 9 juni door Bert Kleijn geringd. Te Duiveland ging het om een Zomereik waarin het nest op 22 meter hoogte zat. met eveneens twee jonge vrouwtjes. Deze zijn beneden aan de boom geringd (12 juni) door B. Kleijn en J. Wolfs. Het inventariseren van deze Havikshorsten is verricht door René van Loo, Mark Hoekstein, Bert Kleijn .Theo de Kuiper en mijzelf. Ook heb ben we de resten van de door Haviken in hun jachtgebied geslagen prooien gedetermineerd. Zo kon er een overzicht worden samengesteld van zandgrondgebied Schouwen en kleigebied Dui veland. De plukresten zijn gevonden bij pluk- plaatsen en rondom de broedlocaties (zieTabel 1 Dankwoord De medewerkers van het inventariseren en rin gen van roofvogels worden van harte bedankt voor hun inzet, men hoopt dat u de gegevens blijft noteren van deze adellijke vogels. Literatuur Bijlsma R.G.2007. DeTakkeling - Vijftiende jaargang nr. 1 2007.Trends en Broedresultaten van Roofvogels in Nederland in 2006. Castelijns H. 2006. Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2006. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 21