Op stap Eierverzameling met Gerard Ouweneel Een paar jaar terug onthaalde het lentenummer van 'Vogels' de lezers op een rapportage met als titel 'het wonder van het vogelei'. Het verhaal was opgesierd met een reeks kleurenfoto's van eieren van Nederlandse vogels, waaronder Grote Stern, Boerenzwaluw, Boomvalk, Grauwe Klauwier, Veldleeuwerik, enfin niet de minste. Het verbaasde menigeen dat juist Vogelbescherming haar leden trakteerde op een uitstalling van eieren van haar pupillen. Waarom verbazing? Omdat zo'n assortiment eieren natuurlijk niet de verenigingsleden, maar wel andere lieden op het idee zou kunnen brengen aan een eierverzameling te beginnen. Onzin? Misschien. Maar toen dertig jaar gele den Oxford University Press begon met haar serie 'Birds of the Western Palearctic', was de kritiek niet mals op de afbeeldingen van vogeleieren. Om dezelfde reden. NuisEngeland Nederland niet. In die natie woekert de egg-collecting voort als een veenbrand Waarbij van tijd tot tijd er zelfs be faamde ornithologen door de mand vallen...ook gij Brutus! Onlangs bezocht schrijver in Norfolk terreinen waar de Britten hun Grielen koesteren, met een succes om jaloers op te worden. Bij de be waking zijn veel vrijwilligers betrokken. Een van hen was het prototype van een Engelsman van de countryside. Compleet met spleetje tussen de voortanden en wangen met een netwerk van rode adertjes. Maar niet met de spreekwoordelijke ge moedelijkheid. Althans, niet indien hij ging uit pakken over lui uit Londen die grielengebieden kwamen afstropen op eieren. En dat uitpakken deed hij vaak en luid. Hoeveel in dit land te goeder naam en faam be kend staande vogelaars begonnen met een eier verzameling? Hier het verhaal over een van hen. Om deze persoon te behoeden voor uw verwijten, noem ik hem 'turdus'. Diens verzameling omvatte slechts drie dozen. Een van de pronkstukken was het ei van een Blauwe Reiger, afkomstig van de voormalige kolonie in "t Reigersnest in Oostvoor- ne. De immer vriendelijke mevrouw Hudig, be woonster van het landgoed, werd door ons beje gend als een slotvrouwe. Turdus schakelde dan ook zijn vader in om toestemming te krijgen een eitje te komen verzamelen. Op een woensdag middag in maart ging het per RTM-tram naar Oostvoorne. Normaal was die middag gereser veerd voor de catechismuslesjes, een instituut waarvan ik mij afvraag of het nog bestaat, zodat jeugdige lezers wellicht in het duister tasten. Maar goed, de dominee was wijs en gaf dispensatie 'omdat de cathechisant bezig was met de natuur en daardoor ook wetenschap kreeg van en in God'. Aangekomen op 't Reigersnest ontbood mevrouw de tuinman, die turdus vergezelde naar de kolonie. Die tuinman was terzake kundig want toen turdus aanstalten maakte naar boven te klimmen vroeg deze 'heb je een zakdoek bij je? Want in je broekzak breken ze'. Met tussen de tan den zijn zakdoek waarin gewikkeld twee reigerei eren, kwam onze man wat later beneden. Eentje sneuvelde tijdens de klimpartij. Cathechisatie, RTM-trammetje, u hebt het be grepen, dit alles speelde zich afrond 1950. Het ver volg ook. hetgeen blijkt uit de kennelijk onbe perkte tijd en mankracht waarover toen het justitieapparaat beschikte. Turdus begeerde een ringvergunning, tegenwoordig onbereikbaar, destijds een formaliteit, mits de politie het aan vraagformulier bekrachtigde met goedkeurende stempels en handtekeningen. Vol verwachting had turdus zijn aanvrage gedeponeerd op het hoofdbureau in Rotterdam. Wat later, zonder aankondiging, meldden zich twee agenten in bur ger op het huisadres om na te gaan of aanvrager wel een oppassend jongmens was. Dat bleek niet. Het rij tje opgezette vogels waaronder een Jan van Gent kon er mee door, want deze bleken bij nauw keurige controle alle voorzien van het correcte preparatiemerkje. Hierdoor aangemoedigd en omdat turdus nu eenmaal 'mother's pride and fa ther's glory' was, haalde ze de drie dozen met ei eren voor de dag. Dat had ze beter niet kunnen doen, want dat betekende foute boel. Met zware tred verlieten de heren het pand. Zijn moeders relaas aangehoord hebbend, voelde turdus nattigheid en zorgde hij er subiet voor dat de eieren uit huis gingen, veilig op vaders kantoor. Ruim een half jaar later telefoon. Een van de'stillen'. "Ambtelijke molens draaien lang- 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 14