De avifauna van Cromstrijen VIII Afgekalfde Hoogezandsche Gorzen met op de achtergrond de eendenkooi, winter 2004. Foto: Gerard Ouweneel. Gerard Ouweneel Hans Westerlaken Voor de achtste maal sinds 1970 werd voorjaar 2007 het buiten de hoofdwaterkering gelegen deel van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen (ABH) geïnventariseerd op broedvogels. Het voorlaatste volledige broedvogelonderzoek had plaats in 2000, op zich al reden genoeg om weer op pad te gaan. Er was meer. Voor de komende jaren tekent zich af dat in en rond de vijf kilometer lange oeverstrook van het Hollandsch Diep dusdanige ingrepen zullen plaatshebben dat, indien gereali seerd, de oever over weer zeven jaar danig zal zijn veranderd. Het onderzoek in zomer 1970 gebeurde een halfjaar voor de sluiting van het Haringvliet, op 2 november 1970. Doel was toen te beschikken over een nullijn, een toetssteen voor ophanden zijnde veranderingen. De inventarisaties van 1974,1978 en 1982 werden uitgevoerd om de gevolgen te re gistreren. waarbij het resultaat van 1974 tevens plaatshad ten behoeve van de eerste nationale broedvogelatlas en de studie 'Randstad en broed vogels'. De onderzoeken van 1987 en 1991 wer den ondernomen in het kader van een brede broedvogelinventarisatie van buitendijkse terrei nen in het noordelijk deltagebied (van Swelm, 1997). Bovendien rezen plannen voor een boek over de vogels van de Hoeksche Waard, waarvoor een actualisering van de broedvogelstand van de ABH te pas kwam. Na eindeloze onderhandelin gen werd in 2000. dertig jaar na sluiting van het Haringvliet, begonnen aan de klus om te komen tot een oeververdediging. Toen had de oeveraf kalving al drie decennia lang onbelemmerd kun nen doorgaan, waardoor slechts een fractie res teerde van de ruimte aan slikken, biezen, riet en grasgorzen van vóór de afsluiting, een buitendijk se strook die plaatselijk tot 300 meter ver reikte in het Hollandsch Diep. Nadat de oeververdediging in 2001 was vol tooid, ondervond daarna het plan om de ontstane lagune aan te vullen met zand, steeds opnieuw vertraging. Die suppletie lijkt nu in zicht te komen. Echter, tegelijkertijd komen plannen op tafel om de oeverstrook te openen voor het pu bliek. lees de recreant. Dat kan gebeuren omdat de AB H als j uridische entiteit, als mega-agrarisch bedrijf, in 2005 ophield te bestaan. Het grootscha lige, niet toegankelijke gebied schermde de oe verstrook af. Dat is dus voorbijwaarbij het tot een verdeling kwam van het vroegere territorium van de ABH. Deltanatuur zal de Oosterse Bekade Gorzen (OBK) gaan inrichten, ala de oostelijker gelegen Albert-, Pieters- en Leenderstpolder (Ouweneel 2006). Hetzelfde staat te gebeuren 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 22