van Schouwse inlagen in zijn uitgave van 1753! De geschiedenis van het gebied gaat ver terug. Debasis van de Haarden bestaat uitzand dat in de beginfase van de ontwikkeling van de Jonge Dui nen is afgezet. Dat pakket komt overeen met dat van de vroongronden tussen Renesse en Haam stede uit de Vroege Middeleeuwen. Karakteris tiek is het lage, afgevlakte duingebied, met ge deeltelijke inundatie in de winterperiode. De duinrichel aan de zeezijde is van latere datum en kent tot vandaag de dag de dynamiek van instui vend vers zand. Het kalkgehalte is daar vanzelf sprekend hoog. De dijk is onderdeel van de zee wering tussen Scharendijke en Renesse, die zijn oorsprong heeftin de 16e eeuw. Men had toen niet veel vertrouwen in de duinen als natuurlijke kust verdediging (Van Haperen,2000?Oude kaarten laten in deze dijk en het genoemde grensdijkje sporen van doorbraken zien. De nieuwste topo grafische kaarten zijn daar onduidelijker in, ver moedelijk samenhangend met de laatste dijkaan- passingen/-verzwaringen. De prominentere zee-invloed in de oostelij k gelegen Zouten Haard zou in de naamgeving tot uiting gebracht zijn. De Boer (1973) presenteert uit oudere literatuur de volgende beschrijving van dit terreindeel: "Oor spronkelijk waarschijnlijk een moerassig gedeel te achter de duinen met een natuurlijke afwate ring naar zee (door een gat in de duinen) Het (grond)water in de Haarden is nu vrijwel zoet. Dat laat onder andere het vegetatieonder- zoek van de Provincie Zeeland (1993) zien. De vochtige tot natte vegetatiecomplexen die in het gebied worden aangetroffen zijn: '(zoete) riet-, biezen- en lisdoddevegetaties' en 'zoutmijdende moerasvegetaties (m.n. cultuurgrasland)'. Ter aanvulling worden de niet door het grondwater beïnvloede vegetaties van de hogere delen, inclu sief de duinrichel, gegeven: 'grazige, lage vegeta tie van droge zandgrond', 'grazige, verruigde ve getatie van droge zandgrond', 'reliëfrijk cultuurgrasland', 'soortenrijk struweel' en 'duindoornstruweel'. Deze vegetaties worden hooguit vanuit de lucht van wat zout voorzien (saltspray). De situatie in het gebied lijkt daarmee aardig vastgelegd, maar er schuilt een addertje onder het gras. De gevarieerde toestand van de Haarden geeft ruimte voor afwijkende interpretaties.Ter il lustratie wordt enkel aangehaald het gezagheb bende werk van Bakker, Klein Van Zadelhof (1979). Op hun landschapsecologische kaart wordt deze kuststrook getypeerd als: 'afgesnoerde strandvlakte, nat tot zeer nat, kalk- rijk, lage valleivegetaties, deels met zilte invloe den'. Het voert te ver om de verschillen hier ver der uit te werken, het geeft wel aan dat de situatie in de Haarden allesbehalve homogeen is.Tenslot te nog een enkel woord over cultuurinvloeden en het beheer. De graslanden van de haarden werden vroeger intensiever gebruikt voor de veehoude rij, wat onder andere een gebruikelijke mestgift inhield. De Zoeten Haard laat daar volgens de li teratuur nog duidelijke sporen van zien. De Zou ten Haard was van oorsprong minder sterk beïn vloed door die activiteiten en is botanisch waardevol, onder andere door het voorkomen van Harlekijn. Nu is er in beide Haarden alleen nog sprake van extensieve begrazing, zonder be mesting. Om de orchideeën te sparen wordt op het deel tegen de duinen in de Zouten Haard een beheer van maaien (na de bloei) en naweiden ge voerd. De begraasde delen bezitten lage vegeta ties met weinig verruiging,mede door aanvullend maaiwerk (meded. D. Fluijt, SBB). Buiten de omrasterde weilanden zijn verruigde stukken aanwezig met hoogopschietende kruiden of een dichte, hoge grasbegroeiing, gekoppeld aan respectievelijk een hogere of lagere vochtigheid van de bodem. Voor slakken is er in het gebied voldoende te beleven, gezien de bovengenoemde variatie aan leefmilieus. Het zoeken naar slakken in dit gebied is complex door de afwisseling van soortenrijke en -arme leefmilieus en door de sterk wisselende (on)mogelijkheden voor bemonstering. Het was aan ons de taak of we met de beperkte opzet van één middagexcursie een goede schets van de slak- kenfauna van het gebied konden geven. Zeereep Na het verzamelen van de slakkenrapers op het afgesproken punt bij het grenspad tussen de twee Haarden zijn we allereerst naar de zeereep ge gaan, met het idee van'buiten naar binnen'te wer ken. In de open helmvegetatie tegen het hoge strand was geen slak te bekennen, zodat we snel hogerop in het duin zijn gegaan. De scheiding van helm met het struweel van katwilgliet veel padde stoelen zien, die volgens Ine tot de vezelkoppen 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2007 | | pagina 19