Korte berichten
Herstel van Veldkrekel
op Kop van Schouwen
Boekbespreking
Libellen in Zeeland
Wie in mei over de Kloosterweg naar Nieuw-
Haamstede fietste zal het niet ontgaan zijn, ter
hoogte van het Vliegveld klonk van weerskanten
het luide gesjirp van Veldkrekels. Ook langs de
Maireweg,de Jonge Jan Boeijesweg en de Strand
weg waren ze te horen. Dat leek wel op de situatie
in de zeventiger jaren, alleen hoorde je ze destijds
ook op het weitje waar nu de huizen van de Weste-
renban staan. Kwam je toen 's avonds laat van Re-
nesse, dan was dat sri..sri..sri ook op de Voongron-
den te horen. Lange tijd was dat niet meerzo.maar
in 2006 vond Anton Baaijens bij een insectenon-
derzoek voor Staatsbosbeheer weer een forse
populatie van enkele honderden zingende man
netjes op de Vroongronden bij Gadra. terwijl Na
tuurmonumenten melding maakte van zingende
mannetjes op de grens van het Zeepe met het
Vliegveld.
De holletjes die Anton waarnam bevonden zich
op warme plekken in de dichte en stevige wortel
zone van een korte open vegetatie met meestal
Veldkrekel. Illustratie van Hany Wijnhoven
uit De sprinkhanen en krekels van Nederland.
wat graspollen in de buurt. Doorgaans in de be
schutting van een bosrand. Veldkrekels laten zich
niet makkelijk waarnemen. Ze houden op met
zingen wanneer je in de buurt komt en verschuilen
zich dan in hun holletje.
Mooi dat deze Rode Lijstsoort het weer wat
beter doet. Komt dat mediterrane karakter van
dat zonnigste plekje van Nederland ook wat meer
tot uiting! De zonnige en warme zomer van 2006
zal de populatie en de verspreiding daarvan moet
lopend, want vliegen doen ze niet) beslist goed ge
daan hebben.
Met dank aan Anton Baaijens,
Kees de Kraker
Afgelopen zomer verscheen in de op initiatief
van het Zeeuws Landschap uitgegeven serie
Fauna Zeelandica, een deel over Libellen in Zee
land.
Het is een kleurrijk boek geworden waarin alle
46 soorten libellen die in Zeeland zijn waargeno
men uitgebreid besproken worden, fraai geïllus
treerd met veel mooie foto's. Per soort is een ver
spreidingskaartje in Zeeland opgenomen, een
waarnemingsdiagram en een korte beschrijving
van uiterlijk,biotoop,gedragen een toelichting op
het voorkomen. Daarnaast zijn er een aantal alge
mene hoofdstukken over het leven van libellen,
biotopen in de verschillende landschappen, voor
komen in het verleden in vergelijking met nu.
Van een uitgesproken libellenarme provincie
blijkt Zeeland in korte tijd een stuk soortenrijker
geworden van 24 soorten omstreeks 1980 naar 46
soorten nu. Ook op Schouwen is dat het geval. Zo
schreefVolkert Beekman in 1988 in de Sterna een
artikel over libellenwaamemingen bij een aantal
kleine waterplassen op Schouwen-Duiveland.
Het soortenrijkste plasje bevatte toen slechts 4
soorten, terwijl je nu bij een beetje plas toch wel
aan de 10 soorten komt. De zeven soorten die in
1988 werden waargenomen, behoren op de Geel-
vlek heidelibel na, allemaal tot de zeer algemene
soorten.
Het kijken naar libellen is sindsdien een stuk
populairder geworden. Dit werd mede in de hand
gewerkt door het verschijnen van enkele goede
gidsen. De kennis aangaande libellen is daardoor
sterk toegenomen,met name dankzij inventarisa
ties door ervaren waarnemers. Maar het is zeker
niet alleen een waarnemerseffect. Libellen
komen in Zeeland nu meer voor dan vroeger door
86