Bloeiende zeeastervelden bij het Pikgat (Schouwen) hadden een binnendijkse vestiging van de Schorzijdebij tot gevolg.
Foto: Kees de Kraker.
Die ene hele grote vestiging van Schorzijdebij in
het hoogste duin op de strandvlakte van tiendui
zenden exemplaren is recent in aantal afgeno
men. Andere vestigingen worden juist groter. Als
kust- en pioniersoort is de Schorzijdebij vergelijk
baar met de Grote Stern, die enerzijds makkelijk
en massaal verkast en anderzijds jarenlang trouw
blijft aan geschikte locaties. Gezien het dynami
sche karakter van het duingebied bij de Kwade
Hoek - recent een handje geholpen door zand uit
de oude stuifdijk weg te halen voor gebruik bij het
Flaauwe Werk -zal de Schorzijdebij zich hier nog
lang thuis voelen. Anders dan bij sterns kunnen
bijen dankzij een veel grotere reproductie, onder
gunstige omstandigheden binnen enkele jaren
aanzienlijke populaties opbouwen.
Behalve het bolwerk op de Kwade Hoek zijn er
van Goeree-Overflakkee geen grote vestigingen
bekend. Wel is er een hele kleine populatie nabij
de Punt (de Kil) van enkele tientallen exempla
ren. Die kleine vestigingen zijn typerend voor de
situatie in de Grevelingen. Zeeaster komt hier
vanwege begrazing en ontzilting van de droogge
vallen gebieden weinig voor, terwijl geschikte
nestplaatsen grotendeels ontbreken.
Schouwen
Aan de zuidkust van Schouwen is er buitendijks
bij Schelphoek in het hoekje aan de westkant een
aardige kolonie, die in wat zand onderaan de dijk
zit en ook in schrale gedeelten van de dijk zelf. Af
gelopen jaar was er een nieuwe vestiging ontstaan
op het nabij gelegen eilandje dat in de negentiger
jaren daar werd aangelegd met de restanten van
een zanddepot. De bijen foerageren hier binnen
dijks in de Koudekerkse Inlaag, waar als gevolg
van het ontbreken van begrazing de Zeeaster de
laatste jaren tot grote bloei is gekomen. Een kilo
meter is zo'n beetje de grootste afstand vanaf de
nestplaats waarop de Schorzijdebij naar voedsel
zoekt. Daarin gaan ze duidelijk minder ver dan
Honingbijen. Wie weet kunnen die bijen straks
ook buitendijks foerageren wanneer de schorvor
ming hier nog wat meer op gang komtHet begin is
er.
Bij onderzoek van de karrenvelden ten noor
den van de Suzanna-Kisters Inlaag (omgeving
Pikgat) bleek dat daar binnendijkse vestigingen
van de Schorzijdebij waren. Langs een pad, op de
plaats van een vroeger boerderijtje dat met de
Ramp verdwenen is, in vrijwel onbegroeide rug
getjes en in steilkantjes werden de nestholletjes
gevonden. Niet zo heel veel, maar bij elkaar toch
wel zo'n 1500. Heel bijzonder dat die hier binnen
dijks nestelen. Net zoals in de Koudekerkse In-
Verspreiding van de Schorzijdebij in het Deltagebied,
zoals die door de insectenwerkgroep bij een onderzoek
voor Het Zeeuwse Landschap is vastgesteld.
14