destijds een verhaal in het tijdschrift 'Vogels'. De Hoogezandsche eendenkooi ligt dus bui tendijks, aan weerszijden van de monding van de Schuringse Haven. Oostelijk van die monding ligt de eigenlijke, van drie vangpijpen voorziene kooi. Aan de westkant bevindt zich een enkele vang pijp, een getijdenpijp of buitenpijp. Deze door Leen van Spanje aangelegde, direct het buitenwa ter uitkomende vangpijp was uniek. Ondanks dat deze pijp alleen kon worden gebruikt met vloed, leverde deze meer op dan de drie pijpen van de hoofdkooi samen. Dat is wel verklaarbaar. Im mers, bij ruw water op het Hollandsch Diep,zoch ten en zoeken eenden de beschutting op van de Schuringse Haven, waarbij ze als vanzelfspre kend in die buitenpijp belandden. Opkomend tij gaf ze dan nog een extra duwtje. Alleen enkele Biesbosch-eendenkooien kenden (of kennen nog?) het fenomeen van een buitenpijp. Ook was er in de negentiende eeuw eentje op Tiengeme- ten. Over deze laatste pijp doet Natuurmonu menten verslag in haar Maatregelenplan Tienge- meten 2007-2024. Er staat te lezen: 'Oude bronnen vermelden dat tussen 1805 en 1859 in de Griendweipolder een eendenkooi gele gen heeft. De kooi bestond uit een binnenkooi en een buitenkooi. De binnenkooi heeft in de noord westhoek van de huidige Griendpolder gelegen, nu nog een zeer natte hoek. Deze kooi was omge ven door een zomerkade. De buitenkooi is waar schijnlijk alleen maar een aangepaste bestaande kreek geweest, een zogenaamde eenpijpse bui tenpijp, die buiten het bekade gebied lag. Moge lijk dat een 'omgekeerde' komma die nu nog inhet veld te zien is, daar nog een restant van is'. De pas sage over de vroegere eendenkooi vermeldt ver der dat de kooi in 1859 was verdwenen, mogelijk als gevolg van een dijkdoorbraak waardoor hij deels wegspoelde, deels werd afgegraven omdat de grond elders nodig was. De vorm van de kooi is thans niet meer te herkennen. Oosterse Bekade Gorzen Najaar 2007 voerde Rijkswaterstaat een zand- suppletieproject uit op de rond de eendenkooi lig gende Hoogezandsche Gorzen. Over dit project èn over de eerste effecten op de avifauna zal in dit tijdschrift in later stadium nog verslag worden ge daan. De ontpoldering van de OBK en de schep ping van 'natte natuur' ter plekke is in voorberei ding. Is nu niet de realisatie van beide projecten een uitgelezen kans om tenminste de buitenpijp van de vroegere kooi te herstellen? Ja, want deze ligt nota bene in tussen de OBK en de gorzen. Er zijn meer argumenten. In haar brochure 'Glinste rende oevers bij Numansdorp' - Deltanatuur heeft tekstschrijvers ter beschikking die de kunst verstaan de zaken aanlokkelijk voor te stellen - verzekert de organisatie dat er aandacht zal zijn voor cultuurhistorische elementen in en rondom de OBK. Vandaar die informatiepanelen. Een laatste rechtvaardiging voor herstel is de komst in het nabije Numansdorp van een Natuurcentrum, waarin onder meer regionale kantoren van Na tuurmonumenten en Staatsbosbeheer alsmede het Hoeksche Waards Landschap zich zullen ves tigen. Is het dan niet prima om voor educatieve doelen een gerestaureerde eendenkooi bij de hand te hebben? Bovendien gaat Staatsbosbe heer de OBK. de eendenkooi en trouwens de ge hele Hoogezandsche Gorzen beheren. Maar goed, om budgettaire redenen koos Del tanatuur voor de Rinkelpit. een voormalige "bo demloze' put (waarschijnlijk een wiel), waarin volgens de Numansdorpse folklore ooit een dorpsgenoot een brandkast liet verdwijnen. Bui ten de Rinkelpit en de eendenkooi had Deltana tuur voor haar cultuurhistorische ambities ook nog de keus uit een "verzonken bunker' en een schutbalksluisje. Wèl stelt 'Glinsterende oevers' in het vooruitzicht dat de eendenkooi herkenbaar zal blijven. Ze blijft intact - een eufemisme voor een object dat al bijna 40 jaar in verval is - en er zullen in de directe nabijheid geen werkzaamhe den plaatsvinden. Dat laatste is goed nieuws voor de nog steeds rijke broedvogelbevolking. Wel wordt overwogen hoe de bereikbaarheid voor het publiek kan worden verbeterd, met als achterlig gende overweging wandelaars de mogelijkheid te bieden dichterbij de kooi te kunnen komen... maar alsdan in ieder geval 'verboden voor hon den' zou schrijver met klem willen aandringen. Tot slot, als besluit wederom een citaat uit het Maatregelenplan Tiengemeten van Natuurmo numenten: 'Herstel van de eendenkooi past, uit oogpunt van cultuurhistorie, in de doelstelling van de weemoed en Griendweipolder. Mede doordat de kooi slechts een korte tijd heeft be staan, worden slechts de contouren ervan her steld en als zodanig behouden als cultuurhisto- 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 20