Het eiland Oosterscheldedijk nabij ZierikzFoto:Kees de Kraker De schapen dalen in de maan af langs de zeeflank van de dijk. Het lam dat star de vloed afkijkt moet haast wel raken tot gedachten. Het hoort de stroom. Alles kost nachten. De mossel hecht.heeft hard basalt bereikt. De steenuil dwaalt boven de meidoornhagen. Vlier piept. Tot in het onderhout geen vragen. Het vloeiend ruisende vertoog stijgt van de schoeiing aan de wind omhoog. Beide gedichten uit: "De Veren".Slibreeks Zeeuws Kunstenaarcentrum. Middelburg 1984. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 27