Trekvogels en vogeltrackers Bert Kleijn Sinds de herfst van 2007 draaien een aantal leden van de Vogelwerkgroep van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland mee in het landelijke project Vogeltrackers. Vogeltrackers is een gesubsidieerd project door onder meer Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland, waarbij wordt samengewerkt met een 10-tal natuurcentra langs de Noordzeekust. Voor Schouwen- Duiveland ligt de coördinatie bij het Natuur- en Milieu Educatie Centrum, voor ons eiland opererend vanuit Ecoscope te Renesse. Opzet Het Trekvogelproject is opgezet voor de groe pen 7 en 8 van het basisonderwijs en bestaat in grote lijnen uit een klassikaal gedeelte en een bui ten programma. Tijdens het klassikale gedeelte treedt een van de leden van de Vogelwerkgroep Theo de Kuiper, Ted Sluijter, Vincent Krans of Willem Postop als gastdocent, bijgestaan door een assistent en bij het veldwerk wordt de gastdo cent bijgestaan door (soms meerdere) leden van de werkgroep alsmede natuurouders van de re spectievelijke scholen. Hieraan voorafgaand, in de nazomer van 2007, is door Theo de Kuiper enTed Sluijter, die ook het leeuwendeel van de lessen voor hun rekening nemen, het basis materiaal bewerkt en nog meer toegespitst op de Zeeuwse Delta. Het aldus ont stane programma is voor de basisscholen op Schouwen-Duiveland, en dus ook voor het NME- centrum, een doorslaand succes. Van de 24 basisscholen alhier draaien er in het seizoen 2007/2008 maar liefst 16 tussen Burgh- Haamstede tot Bruinisse mee, de overigen staan op de wachtlijst voor het volgende schooljaar. Als assistent van de gastdocent is het zonder uit zondering iedere keer weer genieten als we er gens op het eiland opdraven voor een klasje scho lieren. We beginnen met het uitstallen van de meegebrachte waren, zoals een telescoop, een veldkijker uit grootvaders tijd, wat opgezette kustvogels en een geheimzinnige doos met een vogelskelet waar ook nog een grote bos veren uit steekt. Onontbeerlijk zijn daarnaast een kaart van Europa en een wereldkaart die natuurlijk in ieder schoollokaal prominent aan de wand han gen. Bij de klassikale les is in een 10-tal vragen aan even zoveel groepjes uitgedeeld die vervolgens door de gastdocentmeestal in boswachterachtige look, behandeld worden. In principe draaien we van 9.00 tot 11.00 uur maar bij een erg enthousias te klas of leraaris uitloop tot 12.00 uur wel voor gekomen. Na behandeling van de algemene vragen, zoals noem eens kenmerken van een vogel ten opzich te van een kat, een vis of een hond,of, wat moet een vogel hebben om in het water te kunnen overle ven, komen we toe aan wat mij het meest boeit.de trekvogel vragen. Soms valt mij de eer te beurt dat gedeelte te mogen behandelen en, ik weet het van mezelf, ik ben dan niet meer te stoppen. Waarom trekken vogels eigenlijk, hoe vinden ze de juiste weg zonder Tom-Tom, zijn alle vogels trekvogel, waarom overwinteren ze in ons Delta gebied, een reeks fascinerende onderwerpen die je uitputtend kan behandelen maar liefst op zo'n manier dat de kinderen niet met krijtjes gaan gooien naar de gastdocent of onderling gaan zitten klieren. Bijzonderheden over trekvogels Puttend uit mijn recente ervaringen op het vo- gelringstation op de Kop van Schouwen is het een lust om tal van voorbeelden de revue te laten pas seren. Een ochtend in oktober j.l. waarop een on voorstelbare 100.000 vinken ons passeerden in aanvalsgolven van soms 600 per minuut. Een koolmees in onze netten die 12 dagen daarvoor in Gdansk geringd is, ons kleinste vogeltje, de goud haan die na 2 dagen bij de Frans/Belgische grens wederom gevangen wordt. Of over de tot de ver beelding sprekend de omzwervingen van de met een zender uitgeruste grauwe kiekendieven van het Groningse Oldambt die tot onder de Sahara dagelijks te volgen zijn op het internet, evenals de purperreigers uit de Alblasserwaard. Of wat te 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 22