Het eiland
Oosterscheldedijk nabij ZierikzFoto:Kees de Kraker
De schapen dalen in de maan
af langs de zeeflank van de dijk.
Het lam dat star de vloed afkijkt
moet haast wel raken tot gedachten.
Het hoort de stroom. Alles kost nachten.
De mossel hecht.heeft hard basalt bereikt.
De steenuil dwaalt boven de meidoornhagen.
Vlier piept. Tot in het onderhout geen vragen.
Het vloeiend ruisende vertoog
stijgt van de schoeiing aan de wind omhoog.
Beide gedichten uit: "De Veren".Slibreeks
Zeeuws Kunstenaarcentrum. Middelburg 1984.
25