Kleine Zilverreiger broedvogel Schouwen-Duiveland Rinus van 't Hof Vroeger waren Kleine Zilverreigers Egretta garzetta dwaalgasten op Schouwen-Duiveland. Maar in 2004 werden in Nederland al ruim 70 broedparen gevonden tussen andere kolonievogels. Tegenwoordig zijn deze witte reigertjes algemene vogels geworden. Ze kunnen op allerlei locaties waargenomen worden, trekkend, foeragerend en op slaapplaatsen in bosgebieden. In 2007 had den we de eerste broedgevallen in een aalscholverkolonie te Duiveland. Algemeen Kleine Zilverreigers komen voor in grote delen van Eurazië en Afrika, waar ze in grote kolonies broeden. Begin 20e eeuw bedroeg het aantal broedparen in Italië, Spanje en Frankrijk, ruim 19.000. Vanaf de jaren negentig schoof de grens van hun broedareaal geleidelijk verderop naar het noorden. Als broedvogel werden ze achter eenvolgens vastgesteld in Nederland (1994), Bel gië (1995), Engeland (1996) en Ierland (1997). Vanwege de zachte winters kunnen ze hier ook blijven overwinteren. Dat doen ze in moerasge bieden met ondiep water, binnenlandse rivieren gebieden en in de zoute kuststreken. Het eerste broedgeval in Nederland vond plaats in 1979 in de Oostvaardersplassen (Flevo land). In de periode 1994-1997 werd broeden vast gesteld op Voorne. In het Waddengebied waren er in 1999 op Terschelling, Vlieland en Schiermon nikoog 1-2 broedparen. In het Quackjeswater op Voorne ginghet in 1994 om enkele broedsels en in 2000 werden hier al 9 broedparen gevonden. Zeeland In hetVeerse Meer werden in 1997 en 1998 1-2 broedgevallen op de Middelplaten genoteerd, maar sinds 2001 waren er hier geen broedparen meer aanwezig. Het Eilandje in de Braakman kreek (Zeeuws-Vlaanderen) werd in 1999 voor het eerst gebruikt als broedlocatie (2 paar). In 2001 waren daar 4 broedsels, waarvan 5 jongen zijn geringd door Henk Castelijns. Ook werden broedparen waargenomen in dennenbomen aan de rand van de kreek, zelfs ook broedsels op de grond vanwege ruimtegebrek op het eilandje. Broedseizoen 2002 zorgde voor 5 broedparen, waarvan 8 jongen zijn geringd. In de jaren 2003 t/m 2005 waren er 11-15 broedparen en in 2006 waren 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2008 | | pagina 18