Gehakkelde aurelia's,Bonte zandoogjes en enke
le Dagpauwogen. Klimopbijen hadden Burgh
nog niet bereikt. Domburg op Walcheren is voor
lopig de meest noordelijke locatie in Zeeland.
Overigens las ik, dat de Atalanta's in deze periode
vermoedelijk vlinders waren die uit noordelijkere
streken naar het warmere zuiden onderweg
waren. Het ligt ook niet altijd zo eenvoudig bij die
trekvlinders! Trouwens, een toenemend aantal
lukt het om in onze streken te overwinteren. De
vroege voorjaarswaarnemingen van februari-
april zijn hieraan te danken.
Grote afwezige
Ook witjes die eerder in het jaar opvallend
schaars waren, werden in de herfst wat talrijker.
Dat betrof dan vooral het Grote en Kleine kool
witje, het Klein geaderd witje werd weinig gezien.
De grote afwezige was toch wel weer de Kleine
vos, waarvan sommige mensen aan het eind van de
zomer nog geen enkel exemplaar hadden gezien.
Waar ze wel werden gezien ging het altijd om
slechts 1 of hooguit enkele exemplaren tegelijk.
Dit is toch een opmerkelijk fenomeen! Een vroe
ger zeer talrijke en weinig kritische vlindersoort
waarvan de rupsen op brandnetels leven is erg
schaars geworden. Is het net zo'n dip als we in 1991
bij het Hooibeestje hebben gezien? Aan de
brandnetels kan het niet liggen zou je denken, die
staan er toch genoeg? Voor het Hooibeestje waar
van de rupsen op grassen leven, was de conclusie
achteraf dat vooral ongunstige weersomstandig
heden de oorzaak waren van het inzakken van het
bestand. Met de Kleine vos gaat het nu al een aan
tal jaren minder goed.
Trekvlinders
Voor sommige soorten die hier niet kunnen
overwinteren moeten we het altijd van de in
stroom uit zuidelijke streken hebben. Naast de al
besproken Atalanta, gaat het daarbij ondermeer
om Distelvlinder, de luzernevlinders en Koning-
innepage. Distelvlinders waren er evenals in de
afgelopen jaren slechts mondjesmaat. Het is al
weer even geleden dat er een flinke invasie was.
Waarnemingen van luzernevlinders waarvan de
Oranje luzernevlinder toch regelmatig wordt ge
zien, bleven vrijwel geheel achterwege. Op waar-
neming.nl vond ik alleen de melding van een Gele
luzernevlinder die op 2 augustus door Rob Spon-
Een buitenkansje om een Koninginnepage te zien en te
fotograferen. Dit gehavende exemplaar heeft mogelijk in
een spinnenweb gezeten. Foto: Rintts van 't Hof.
selee op Neeltje Jans werd gezien.
Koninginnepages waren minder zeldzaam en
werden gesignaleerd op 7 mei (Brouwershaven),
17juni (Prunje, Joost Verhoeven),23 juli (Plompe
Toren, Marlies Jongejan) en 15 augustus (Ooster-
land, Rinus van 't Hof). Het overdag vliegende
Kolibrievlindertje dat tot de pijlstaarten behoort,
werd weinig gezien.
Lijstjes
De Vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland
werkt al heel wat jaren met tuinformulieren waar
op de deelnemers wekelijks de soorten en hoogste
aantallen van vlinders in hun tuin noteren. Mar
lies Jongejan die met haar tuin aan het Vliegveld
in Nieuw-Haamstede grenst, behoort wat waar
genomen soorlenaantal betreft doorgaans tot de
top van Zeeland. Ook in 2008 kwam ze met een
lijst waarop wel 24 soorten staan. Ze waren er dus
wel, de vlinders. Marlies zegt, "Alle soorten zijn
wel langsgekomen maar in heel lage aantallen."
Van nog al wat soorten heeft ze maar af en toe een
enkel exemplaar gezien en ook de anders zo talrij
ke Zwartsprietdikkopjes worden nauwelijks
waargenomen. Dat laatste was op veel plaatsen
het geval, zo zag ik op de Hompelvoet geen enkel
Zwartsprietdikkopje. Kennelijk hebben de rup
sen, die opgroeien in de periode april-juli, veel last
gehad van het slechte weer.
Wanneer we eens een lijstje maken, bleken:
Oranjetipje, Kleine parelmoervlinder, Boom-
71