Slakkeninventarisatie De Val, Zierikzee
Harry Raad
Op 25-3-2008 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden De Val e.o. ten zuiden van
Zierikzee (km-hok 53-405). Dat moest welhaast een inventarisatie van niks worden, een locatie
zonder bos en duin, en ogenschijnlijk veel zilt. Toch gingen Barry Pel en ondergetekende naar de
slakken kijken in het puntje van de Zuidhoek van Polder Schouwen.
De locatie
Wie rond haven De Val gaat inventariseren
komt ineen fraai Zeeuws landschap met dijken en
inlagen. De doorgaande weg over de Zeeland-
brug is een storende factor. Westelijk ligt de Gal
gepolder en oostelijk een stuk recente natuuront
wikkeling, beide te typeren als natte inlagen. Het
oostelijke deel van de Galgepolder is in de jaren
zestig van de vorige eeuw doorsneden door een
oprit van de Oosterscheldebrug (nu: Zeeland-
brug). Deze brug werd als belangrij ke schakel in
de keten van verbindingen tussen de Randstad
Holland en Midden-Zeeland" aangelegd (Ano
nymus, 1965). Het afgesneden stukje tegen De Val
herinner ik me nog als zwembad en later een
woonwagenkamp. In het kader van 'Plan Ture
luur' is er een natte inlaag ingericht, net als de ge
noemde inlaag aan de oostzijde (ZMF, 1990).
Aan de binnenzijde van de inlagen en de haven
grenst het traditionele polderland, waar akker
bouw de hoofdactiviteit is. De gronden werden -
als onderdeel van het zogenaamde 'kernland1-
vóór 1200 bedijkt en bleven als zodanig gespaard.
Dat was niet zonder problemen, want nog in 1953
viel he t ten offer aan he t geweld van he t water. Het
'Reconstructieplan' dat daarop volgde poetste
verder alle resterende kenmerken van het oude
landschap uit (Provincie Zeeland, 1993).
Het bovenstaande geeft enige duidelijkheid
over het gebied als leefmilieu voor slakken. De
bodem is overspoeld en/of vergraven, waarmee
vast een kalkrijke toplaag van de bodem is verze
kerd. Voor de landslakken is dat een gunstige fac
tor. De natuurbouw in de inlagen streefde een
brak-zout moeras na. wat goed is voor een ken
merkende, maar beperkte groep slakken, onder
uitsluiting van de echte zoetwaterslakken. Verder
kan de belangrijke verkeersader N256 voor aan
voer van slakken zorgen. De variatie in vegetaties
is op deze locatie zeer beperkt. We konden hier
enkel in begroeiingen met grasachtigen zoeken,
een enkele keer afgewisseld met wat brandnetel
ruigte.
Dijk
Nadat Barry en ik elkaar ontmoet hadden ter
hoogte van het restaurant zijn we eerst naar het
oostelijke deel van het excursiegebied gegaan.
Lopend langs De Val kregen we een indruk van
het buitentalud van de dijk. De massa wier en plas
tic rommel maakte duidelijk dat de invloed van
het zoute water hier tot hoog op het dijktalud pro
minent aanwezig was. Voor de landslakken was
hier geen plaats. Aan de Oostertschelde hebben
we nog even op het buitentalud gezocht, wat
Barry toch nog een juveniele tuinslak opleverde
en ik een Jachthorenslakje ontdekte. Ik klom over
het muraltmuurtje om op de andere zijde te zoe
ken. Dat was al snel raak, zodat we hier enthou
siast begonnen te wroeten op de grens van gras en
beton. Er waren veel slakken van slechts enkele
soorten, voornamelijk Gewone tuinslak en Be
haarde slak; oud materiaal, maar ook wat levende
slakken. De Tuinslakken deden nog niet mee aan
het sociale leven, want ze waren nog afgesloten
met het afdekplaatje voor de winterrust. Andere
slakken waren Grote kartuizerslak, Geribde
jachthorenslak en Dwerg-korfslak, de laatste
twee kleintjes kwamen uit meegenomen en ge
zeefd strooisel. We keken vanaf de kruin van de
dijk over de Oosterschelde en de inlaag. Wat een
prachtige vergezichten! De inlaag moest wat
brakwatersoorten opleveren, dus gingen we naar
beneden. Laag op het dijktalud vonden we ge
vlekte akkerslakken, verscholen onder het blad
van onder andere zuring, maar ook onder plastic
rommel.
Inlaag
Aan de zuidzijde heeft deze inlaag een stuk met
parallel liggende sloten. Langs de oever staat riet
en zeebies. We visten om beurten tussen de water-
88