met Gerard Oitweneel inzet van de bewakers. Maar er gebeurde meer. Een ander departe- mentzette één van haar Diensten aan het werk om het achterland van het voormalige delta-eiland grondig onderhanden te nemen. Toen jaren later die klus was geklaard en de laatste bulldozers en draglines het veld hadden geruimd, had het ei landlandschap een metamorfose ondergaan. Op vele van naar inzicht van het departement daar voor in aanmerking komende plaatsen, was een bos neergezetfoetsie het wijde, open polder land. De nationale afkeer van landschappen met een open horizon bleef niet beperkt tot het vaste land. maar manifesteerde zich ook buitengaats. Onder regie vanweereenander departement ver rees tien kilometer naar het noorden een indus triële havenkolos van een omvang dat het com plex visueel pal tegen de bewuste kuststrook situeerde. Niet langer waren kale duinformaties de markeringspunten, maar hoogspanningslei dingen en windturbines, die oprezen uit de horizon bedekkende wal van raffinaderijen.over- slagbedrijven, haveninstallaties en een elektrici teitscentrale. Kleurrijke folders en een website stelden een zuidwaartse mainportontwikkeling in het vooruitzicht, richting stille kuststrook. Een 'zeereservaat' van wel honderd maal de opper vlaktevan een diergaarde zou deel gaan uitmaken van deze mainport. Een foto van een slikje met wat Scholeksters met op de achtergrond de con tourenvan de horizon beheersende containerkra nen sierde de cover van de brochure..de nieuwe gezichtseinder van de toch al niet meer zo stille kuststrook, waar weliswaar de sterns en Tapuiten al lang het veld hadden geruimd, maar waar toch nog Kluten en Bergeenden kwamen broeden. En ook nog steeds enkele paartjes Strandplevieren. Het verhaal gaat door. Een ander departement kwam op het idee dat de natuur er is voor de mens. Natuurbeheer volgde de trouvaille gedwee. Bij natuurbeschermingsorganisaties kwam een ge neratie stafmedewerkers aan het roer die a priori erop uit was het publiek dat de natuurterreinen introk om zich te vermaken, van dienst te zijn. Via verenigingstijdschriften kon dat publiek kennis nemen van hetgeen er allemaal in de terreinen te doen viel. Om die terreinen verder te ontsluiten werden nieuwe wandelpaden aangelegd. Onder de kop 'wist u dat er plekjes zijn waar nog nooit een mens heeft gelopen?', bestond één organisa tie het haar leden te verzoeken een gift te storten om verder wandelpaden te ontwikkelen. Vogel bescherming stelde vast dat recreatie de grootste bedreiging was gaan vormen voor de in de natie aanwezige wetlands. Het toch al lang niet meer lege en stille kustdeel met onbegrensde gezichts einder rondom van zestig jaar geleden, kreeg haar deel van de ontketende recreatie-tsunamie. Na tuurlijk waren voor hetgeen nog resteerde van de strook beperkende toegangsbepalingen van kracht,restricties waarvan het publiek via een be- bording kennis kon nemen. Maar gelet op de praktijk van ronddollende honden, kitesurfers en over het strand voortijlende zeilauto's,had bij het opstellen van de voorschriften de scheidslijn tus sen hallucinatie en haalbaarheid opgehouden te bestaan. Weer werd het voorjaar, een voorjaar waarin slechts één paartje Strandplevieren terugkeerde naar de schelpenbank. Het bewuste paartje kwam tot een nestje, waarvan de drie eitjes na ruim 14 dagen uitkwamen. Het zouden de laatste pullen van de schelpenbank worden. Eentje werd gepakt door een rat. Het tweede donsjong kwam om tij dens een zware regenbui, toen de pul als gevolg van verstoring te ver was afgedwaald om één van de oudervogels te bereiken. Het derde jong werd gepakt door een rondschuimende hond, waarvan de op het strand wandelende baas - ervan uit gaande dat zijn hond ook rechten had geen notie had wat zijn huisdier op de schelpenbank aan richtte. Het was over en uit met de Strandplevie ren op de schelpenbank, waarvan diep in de vori ge eeuw een be waker had gerapporteerd 'dat het volkomen onmogelijk was het aantal paren dat er broedde te schatten'. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 9