Rosse Waaierstaart. Foto: Bert Kleijn. Twee jaar eerder kwam ik bij toeval achter het bestaan van het Nguliafenomeen, een verschijn sel waarbij door een combinatie van grondmist en een sterke lichtbron in een periode van drie weken duizenden trekvogels in het oosten van Afrika geringd worden. De Ngulia Lodge is gele gen op een 400 meter hoog rif aan de rand van een honderdtwintig vierkante kilometer groot savan negebied in hetTsavo National Park.gelegen hal verwege de Keniase hoofdstad Nairobi en de havenstad Mombassa. Zoals de Engelse ornitho loog en expeditieleider David Pearson in 1969 ontdekte, trekken miljoenen Europese en Aziati sche trekvogels door een corridor tussen de 6000 meter hoge Kilimanjaro en de niet zo bekende maar bijna even hoge Mount Kenia naar het zui den. Na intensief contact met de organisatie stond ik voor de drieweekse 2008 sessie eind november, begin december op de deelnemerslijst. De ervaring was ongelooflijk,het landschap on beschrijflijk mooi, de vangsten fantastisch, het wildlife (luipaarden, giraffen, olifanten, neus hoorns) zoals je in het grootste safaripark van Kenia mag verwachten, de sfeer geweldig, kortom superlatieven schieten te kort. Het team bestaande uit een wisselend gezel schap van Australiërs, Zuid-Afrikanen, een Zwit ser, een Duitser, Israëliërs,niet te vergeten Kenia- nen en ondergetekende als enige Hollander ringde in 17 dagen tijd 20.278 vogels, (de tropische vogels niet meegerekend, die worden als bij vangst beschouwd Ruwweg 65 van de vangsten vinden 's nachts plaats als er mist is, de overige 35 tussen 6 en 10 uur 's morgens. Zo'n 7 nachten achter elkaar tus sen 01.00 en 03.00 opstaan is natuurlijk een slijta geslag, maar een dutje tussen 15.OOen 17.00 maakt veel goed. Negen dagen met meer dan 1000 geringde vo gels waarvan vier met meer dan 2000. geven een aardige indicatie en de 29e november met 2932 sprong er als top bovenuit. De hoofdvangst bestaat uit Bosrietzangers (11.938), Noordse Nachtegalen (2821) en Gras mussen (2395). De terugvangsten van slechts twee Bosrietzangers met resp. een Franse en een Tsjechische ring waren natuurlijk teleurstellend. Je kunt ook niet alles hebben. Als assistent-ringer wordt je voor de volle 100% ingeschakeld en ook zeldzame exemplaren als je die toevallig uit jouw vangzak haalt, mogen volledig door jou afgehan deld worden (full treatment zoals ik tot grote hila riteit van de vrolijke en altijd goedlachse Kenia- nen altijd mompelde). Bijzondere vangsten waren de Europese Nachtzwaluwen, Scharrelaars en Koekoeken. Ook met de talrijke Basra Rietzangers, Vale - en Griekse spotvogels. Siberische Fitissen. Sperwer grasmussen. Rosse Waaierstaarten. Perzische Roodborsten, wat eigenlijk niet, had ik wel wat. Tot zover een verkorte samenvatting van veer tig bladzijden aantekeningen van de jaarlijkse ringsessie op wat wordt beschouwd als het mooist gelegen ringstation ter wereld., een werelderva ring die ik nooit zal vergeten. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 16