ste eileg begint het vrouwtje al met broeden, de broedduur is 31-38 dagen en de jongen blijven circa 4 weken op het nest. De donkerbruine jon gen met een abrikozenkleurige kruin zijn na 6-7 weken vliegvlug en worden daarna nog 2-3 weken door de ouders gevoerd. De najaarstrek is van begin augustus tot eind oktober, met een hoge piek rond half september, met eerst jongen en mannetjes en daarna volwassen vrouwtjes. schaalvergroting in de landbouw. Evenals elders in Nederland is er ook op Schou- wen-Duiveland sprake van roofvogelvervolging. Daarbij gaat het om het rapen van de eieren, ver wijderen van jongen, vergiftigen van de volwas sen vogels en afschot. Landelijk onderzoek waar bij in de periode van 1996 tot 2005 in totaal 36.739 broedgevallen van roofvogels waren betrokken, leverde 5.592 (circa 15%) verstoorde nesten op. Veldonderzoek Het door mij verrichte veldwerk bestaat gro tendeels uit inventariseren (nestbouw-broed- cyclus), noteren van aantallen, prooikeuze bij prooioverdracht en prooiresten op roestplaats/ nesten, meten, wegen en ringen van jongen en tenslotte uitvliegcontrole bij het territorium. Dat veldonderzoek wordt verricht in de vroege och tenduren of's avonds tegen zonsondergang. Bij het ringen van jonge Kiekendieven krijg ik tegenwoordig assistentie van aspirantringer Bert Kleijn, waardoor het mogelijk is om ook het ge slacht van de jongen vast te stellen. Dit gebeurt aan de hand van de maten van vleugellengte, pootlengte en gewicht. Bij jonge vrouwtjes wordt vervolgens een ring van 11 millimeter en bij man nen van 9 millimeter aan gebracht. Bij voorkeur wanneer ze zo'n 24 dagen oud zijn, want dan zijn ze voldoende uitgegroeid om het geslacht te kun nen vaststellen. Vrouwtjes worden groter dan mannetjes. De prooiresten in braakballen betreffen meest al Veldmuizen, maar ook Noordse woelmuizen, jonge Bruine ratten. Mollen en kevers. Ook wor den op het nest prooiresten gevonden van jonge Spreeuwen, jonge Meerkoeten, jonge eenden, jonge Grauwe Ganzen.jonge Konijnen,reptielen en amfibieën. Bij jachtvluchtenziet men een lang zame vleugelslag gevolgd door de onmiddellijke herkenbare schommelende glijvlucht met schuin opgeheven vleugels en strak omlaag gerichte kop. Laagvliegend zoeken ze zo de grond af naar voed sel. Wanneer ze wat zien houden ze in en kun je ze na een kort bidden omlaag zien ploffen. Dat de Bruine Kiekendief landelijk afneemt heeft ondermeer te maken met afname rietopper vlak, het vroege maaibeheer bij hooilanden, be- grazing van natuurgebieden, toegenomen preda- tie (Vos, Havik) en afname van prooidieren door Resultaten 2009 In het afgelopen broedseizoen werden op Schouwen-Duivelandl4broedparen vastgesteld, drie minder dan in 2008. Daarvan zijn twee nesten verstoord in de eifase, dus totaal hadden we 12 broedparen die 21 jongen groot brachten. Gemid deld komt dat op 1,7 vliegvlug jong per nest. He laas zijn van twee nesten de pas uitgevlogen jon gen (4) door afschot verdwenen. Van één broedgeval zijn de (3) jongen samen met Bert Kleijn geringd. De eileg bij dit paar start te op 21 april en dejongen zijn op 23 juni geringd. Het bleken allemaal vrouwtjes te zijn die alle drie gezond zijn uitgevlogen. Literatuur Bijlsma, R.G. 2009.Trends en broedresultaten van roof vogels in Nederland in 2008. De Takkeling Jaargang 17- nummer 1. Castelijns H. 2009 Jaarverslag Roofvogelwerkgroep Zeeland 2008. http://www.roofvogelszeeland.nl Vergeer,J.W. G.van Zuylen, 1994. Broedvogels van Zeeland. Jonge Bruine Kiekendieven van 26 dagen oud (boven), die nog in donspak zitten maar waar al de eerste veren vleugelveren zichtbaar worden en (onder) jongen van 36 dagen oud. In 10 dagen tijd hebben ze een heel ander uiterlijk gekregen. Foto's: Rinus van 't Hof. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 10