Buitenmensen Koeienwachter Grazende koeien op de Grevelingendijk (coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee, M 0239) Frans Beekman Het geheel verdwenen beroep van koeienwachter komt ditmaal aan de orde. Er is maar weinig informatie beschikbaar en aanvullingen zijn dus welkom. In het verleden waren koeien op het boerenbe drijf belangrijk voor de melk en de mest. De agra rische bedrijven waren gemengd, er was akker bouw én veeteelt. De koeien liepen op weilanden die begrensd waren door sloten of heggen en doornhagen. Buiten de agrarische bedrijven lagen er diverse begraasbare stukken in het land schap, zoals brede wegbermen, binnendijken en duinvalleien. Deze deellandschappen werden (telkens voor ze ven j aarverpacht om er koebees ten te laten lopen. In de pachtvoorwaarden waren bepalingen opgenomen om bijkomende schade te voorkomen, zoals het kapot lopen van de buiten ste duinen of zeereep. Er was vóór 1914 vrijwel nog geen prikkeldraad in Zeeland en daarom werden de beesten bege leid door een koeienwachter. Deze jonge jongens waren letterlijk cowboys! Vanuit de stal bij de boerderij vertrok 's morgens de kudde volgens een vaste route; was het gras te kort geworden dan werd een andere weg genomen. Soms was er een middagstop van de beesten op de mestvaalt en kon de koeienwachter bij de boer de maaltijd ge bruiken. Vaak was de kudde de hele dag op weg. Omstreeks 1900 begon een koeienwachter al op 9-jarige leeftijd voor twee en halve gulden per week, elke dag van 6.00 uur's morgens tot 6.00 uur 's avonds. Op 12-jarige leeftijd werd het loon vier gulden en 16 jaar oud verdiende de koeienwach ter zes gulden per week. Op de leeftijd van 18 jaar kon hij als tweede knecht op de boerderij komen voor acht gulden per week. Voor de boer was het goedkoop vooral jonge jongens (en ook wel meis jes) de koeien te laten hoeden. In sommige delen van Zeeland waren de genoemde bedragen nog lager! Dit werk in weer en wind werd door de men sen als 't minste van 't minste beschouwd. Los lopende dieren zonder geleide werden op gevangen en opgesloten in een afgesloten vee- kraal, waar het vee tegen betaling kon worden op gehaald. Elk dorp had zo'n schutskooi of schutse. In Zierikzee aan de Regenboogstraat is die be waard gebleven. Het schutloon ging naar de plaat selijke overheid. 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2009 | | pagina 26