14. Pcnninis Head, een der kapen van St. Mary's. Bontbekplevier. Het is op een onderhoudende manier geschre ven. Natuurlijk moeten we het boek in z'n tijd zien, toen er minder werd gereisd, minder naar vogels werd gekeken en het maken van foto's een hele kunst was. De twee fotografen worden op de vogel eilanden nogal hinderlijk voor de voeten gelopen door W. Bicker- ton, auteur van The Home-life of the Terns (1912). Op 24 mei 2010 bezocht ik met familie de 'vreemde kusten' zelf. Al eerder had ik per e-mail contact gelegd met The Isles of Scilly Museum met zo'n eilandelijke verzameling van vogels, stenen, wrakvondsten, archeologie, scheepvaart en vuurtoreninformatie. Enige bekendheid geniet er de in 1887 geschoten Eskimowulp, een Alken en geheel rechts een zeekoet op de rotsen, opvallend verschil zit in den snavel. Noord-Amerikaanse soort die vrijwel is uitgestorven. Ik had een exemplaar van het boekje van Vijverberg meegenomen, want het bleek niet aanwezig in de grote collectie van het muse um. De curator Armanda Martin was dan ook 'delighted to add this book to our library'! Het is wel waarschijnlijk dat Vijverberg het boek naar C. J. King heeft op gestuurd, maar het was in een vreemde taal geschreven en zal nietzijngelezen.Hoe dan ook,nu 80 jaar later is het boekje op de plaats waar het thuishoort. Net als Johannes Vijverberg nam ik als herinnering aan de Scilly Ei landen een granieten rolsteen van het strand mee. PS Over de koeienwachter in Sterna 2009-3 schreef Bram Coomans mij dat de foto gemaakt moet zijn aan 't Baken ten westen van Scharendijke. De wach ter was Kees van de Panne, bijgenaamd Kees van Eek. Behalve aan de binnen zijde, konden de koeien via een coupu re in de Muraltmuur ook grazen aan de buitenkant van de Grevelingendijk. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 31