J *%Htl Molens aan de noordkust met opvliegende steltlopers (Zilverplevier) bij de Kwade Hoek. Foto: Leo Linnartz- Juist omdat Goeree-Overflakkee een, relatief smal eiland is, wordt het effect van molens op de omringende natuurwaarden versterkt en wordt de uitwisseling van watervogels tussen de ver schillende Natura 2000-gebieden onderling en het eiland ernstig gehinderd. Een belangrijk punt van aandacht in de con ceptnota is de passage waar wordt gesproken over de 'Energievisie Goeree-Overflakkee'. Hierbij wordt aangegeven dat "naast Rotterdam, Goeree-Overflakkee de beste mogelijkheden biedt als concentratiegebied voor windenergie. Gelet op wat we hierboven al hebben aangege ven, gaat ons dit veel te ver. Concentratiegebied heeft de dreiging in zich van veel molens op een beperkte oppervlakte. Dat Goeree-Overflakkee een bijdrage levert (en al in redelijke mate doet) aan de opwekking van windenergie is niet onlo gisch, maar als concentratiegebied aanmerken gaat veel te ver. Gelukkig wordt in de conceptnota ook aange geven dat." De gemeenten van Goeree-Overflak kee, de provincie en andere betrokkenen werken aan een integrale energievisie". Daarin worden, naast windenergie, ook de realisatiemogelijkhe den van andere vormen van duurzame energie (getijde-, zon-, bio-, zoet- en zoutwater- et cetera) onderzocht.". Hierin zou dus ook de zienswijze van NLGO een rol kunnen spelen. Op basis van het eerder, door ons, genoemde en op basis van de behoefte aan eilandelijke integraliteit willen wij dat minder hard van stapel wordt gelopen, daar waar het de plaatsing van windmolens op Goeree- Overflakkee betreft. We hebben hierbij, per aan dachtsgebied de volgende aandachtspunten: Eilandelijk beleid Voorwaarde voor welk energieplan op Goeree- Overflakkee ook is dat er sprake moet zijn van een gezamenlijk plan van de (nu nog) vier ge meenten. De activiteiten zoals deze nu in de af zonderlijke gemeenten en met verschillende energiemaatschappijen worden ondernomen, moeten worden stilgezet tot een gezamenlijke visie is ontwikkeld. Het aantal windmolens wordt bepaald door het aantal beschikbare plekken dat aan de onder staande kwaliteitseisen voldoet en niet door de gevraagde capaciteit. Tegen opwaardering van molens, mits ook wordt voldaan aan onderstaande aandachtspun ten, hebben wij geen bezwaar. Natuur Uit de nota 'Ecologische en natuurbescher- mingsrechtelijke aspecten van windturbines op land' (Alterra; 2008) blijkt dat hoe hoger de mo lens, des te meer effect deze hebben op de fauna; vogels, maar vooral vleermuizen worden in grote getale getroffen. Vogels hebben vooral 's nachts en bij slecht weer 'problemen' met windmolens. Vanwege de natuurgebieden rond Goeree-Over flakkee is er veel migratie van vogels en dus ook 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 38