keer dat er in deze maand meer dan 1000 ex waren. Deze ontwikkeling begon in2000. Voor die tijd telden we in oktober heel weinig Kolganzen. In de rest van de winter haalden we niet de specta culaire aantallen van de laatste jaren. Opvallen was wel, dat de grotere groepeir vooral op Mid- den-Flakkee werden geteld. Het hoogste aantal Grauwe Ganzen was weg gelegd voor de maand november. Niet eerder werden meer dan 22.000 ex geteld in die periode, waarvan bijna de helft in twee grote groepen in polder Roxenisse en polder Middelharnis. De rest van de winter moesten we het doen met lagere aantallen. Waarschijnlijk onder invloed van het koudere weer. De talrijkst voorkomende ganzensoort was de Brandgans. Deze soort was in oktober al goed voor meer dan 8000 exemplaren. Toen waren vooral polder De Westplaat bij Middelharnis en de Slikken van Flakkee in trek. In november was dat aantal al verdubbeld. Maar er was zeker geen sprake van meer Brandganzen dan andere jaren. De topmaand was januari met ruim 32.000 Brand ganzen. Daarna liep de score langzaam terug. De Rotgans toonde het gebruikelijk beeld. Zowel voor de aantallen, als de plaatsen waar ze voorkwamen. In januari werden er 840 geteld op en rond Markenje, in polder Nieuwland 260 en aan de randen van de Slikken van Flakkee 481. Het aandeel van de Krammer bedroeg toen 255 Rotganzen. In een koude winter is de kans op Witbuikrot- ganzen wat groter. Dat klopte want in februari waren er bij Markenje 26 en aan de Brouwersdam nog één. De Grote Canadese Gans was steeds met enke le honderden exemplaren vertegenwoordigd. De Nijlgans kwam in de loop van de winter steeds minder veelvuldig voor. De meeste tellers zijn altijd heel tevreden als ze een Roodhalsgans zien. Deze winter waren er re gelmatig een paar te zien. Roofvogels De hele afgelopen winter liet de Zeearend zich zien. In de tellingen was het maximum één, maar op en rond het eiland waren er een paar meer. De Bruine Kiekendief hield ook stand tijdens het koudere weer. In maart waren verschillende Bruine Kiekendieven weer terug uit zuidelijker Tabel 2. Getelde roofvogels op Goeree-Overflakkee 2009-2010. streken. Uitgesproken goed weer was het voor de Blauwe Kiekendief. In januari en februari waren er tegen de 20 exemplaren te zien. Bepaald meer dan in andere jaren. Het maximaal aantal Haviken bedroeg 6. De Slikken van Flakkee, de Scheelhoek, de Helle gatsplaten en de Krammerse Slikken zijn de be langrijkste gebieden voor deze soort. De Sperwer bleef op het bekende peil. Waarschijnlijk zijn de aantallen iets hoger omdat de bebouwde kom niet of nauwelijks werd/wordt meegeteld. Een mooie winter was het voor de Buizerd. De cember 104, januari 116 en februari zelfs 138 exemplaren. De Buizerd was naar het toch nog mildste plekjede zoute en zoete Delta, uitgewe ken. In februari werden 10 Buizerds geteld in pol der Dirksland en zelfs 12 op de Hellegatsplaten. In de tweede helft van de winter meldde zich ook de Ruigpootbuizerd. Het was geen al te beste telperiode voor de To renvalk. Op de telling in februari na bleven de aantallen aan de lage kant. In de eerste en de laat ste telling kwamen de meeste Smellekens voor. Deze winter zijn we niet aan een tiental Slechtval ken gekomen. Ietsje minder dan andere jaren, moesten we vaststellen. Bijzondere waarnemingen Er werden tijdens de wintertellingen 163 soor ten waargenomen. Enkele bijzonderheden moe ten wij even noemen: - De Parelduiker en de IJsduiker waren de hele winter present voor de kust. - In januari werden twee Roerdompen ontdekt. soort maand okt. nov. dec. jan. feb. mrt. Zeearend 1 1 1 Bruine Kiekendief 4 2 3 3 7 14 Blauwe Kiekendief 5 6 19 18 3 Grauwe Kiekendief 1 Havik 6 2 6 1 5 2 Sperwer 11 9 13 11 9 10 Buizerd 83 61 104 116 138 85 Ruigpootbuizerd 2 1 1 Torenvalk 28 31 35 32 48 21 Smelleken 4 3 2 5 Slechtvalk 7 7 4 3 4 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 10