gen af. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Geen acht slaand op de weer hard toenemende wind ging het door het wijde, wadachtige gebied richting Histria. Een Zeearend, Ruigpootbui- zerds, tweemaal een Smelleken, Fraters en op merkelijk veel Blauwe en BruineTCiekendieven hielden ons bezig. En dat gold vooral een uit de kluiten gewassen hondachtig wezen, dat een eind voor ons de weg overstak. Een wolf? De geest was uit de fles. Maar de discussies over de identiteit van het zoogdier verstomden toen wij, teruggere den, nog zo'n 500 meter van de afslag af waren. Voor ons doemden indrukwekkend hoge sneeuwduinen op. Als vorige dagen gaf A3 gas. Maar de Vectra reed zich reddeloos vast. Voorbij de sneeuwbarrière stond een Hyundai 4WD, met ernaast twee van top tot teen in witte overalls ge hulde lieden, jagers die zich opmaakten om met geluidsapparatuur ganzen binnen schootsafstand te lokken. Ze sloegen ons machteloze getob mees muilend gade, maar hielpen wel met spaden de huurauto vlot te krijgen. Met een armgebaar rich ting afslag kregen wij toegevoegd 'verderop red den jullie het nooit', een voorspelling die helaas klopte. Twintig meter verderop weer vast en vruchteloos getob, waarbij de auto alleen maar dieper kwam te zitten. Bij het invallend duister en met de rondom rondtollende stuifsneeuw werd de wereld snel kleiner. Van de Hyundai geen spoor meer. Een langs ijlend Smelleken kreeg weinig aandacht. Ieder overwoog de consequenties. Hier vast bij Siberische toestanden, overal in het land weer dichtstuivende wegen en morgenmiddag vliegen vanuit Boekarest, een kleine 300 kilome ter van Histria. A3 en Rob verdwenen in de sneeuwj acht richting afslag, op zoek naar hulp. Jan en ik zochten enige beschutting in de Opel. Jan merkte op, wat peinzend, 'in een auto wordt het 's nachts erg koud''Heb jij dat dan wel eens ge daan?' vroeg ik, ten overvloede omdat Jan alles heeft gedaan. 'Ja, op de grens van Californië en Nevada', was Jans antwoord. Daarna was het een poos stil.Tot Rob uit de sneeuwjacht opdook.'Dat gebouwtje is een soort klooster. Maar er zijn ook vrouwen. Er komen lui helpen, maar ze vroegen eerst of ik katholiek was. Ik heb natuurlijk ja ge zegd. Want we moeten hier wel weg! Omdat ik Rob beschouwde als een compromis loze atheïst, moest ik zijn ommezwaai even ver werken. En tot welk soort katholicisme had hij zich bekeerd? In de Dobrogea waren er wel drie? Uit de stuivende sneeuw verscheen een wonder lijke processie. A3 voorop,met achter zich drie lie den met over de schouder spaden. Hun religieuze toewijding was ze van verre aan te zien. Forse baarden, klobuk op het hoofd, een lang gewaad met een diepe V-hals met daarin, rustend op de blote tors, een kruisteken. De blijmoedige oogop slag deed mij het plan opvatten in het vervolg een oppassend leven te gaan leiden. Na een kwartier graven was de Opel wat verder, maar ook waren de nog resterende te nemen sneeuwduinen weer aanzienlijk hoger.Toch werd het een happy ending. Vanaf de afslag naderde zo'n kolossale groene John Deere-tractor, be mand met potige Roemenen, alle voorzien van zorgvuldig onderhouden Yasser Arafat-achtige baardstoppels. Routineus koppelde eentje de aanhanger los, bevestigde een lijn en even later stonden we op de afslag. Het afscheid met de drie kloosterlingen was roerend. Kennelijk zagen wij er ontredderd uit, want ze inviteerden'kom bij ons eten. En slapen kan ook', voegden ze eraan toe. Wij prefereerden te proberen in Constanta te komen. Dat lukte. En ondanks alle sneeuwblok- kades van de volgende dag, haalden we ook Boe karest en de KLM-Boeing. Bij aankomst op Schiphol en tijdens de rit naar de Delta sneeuwde het. De datum van een nieuw roodhalsgansuit- stapje richting Zwarte Zee is nog niet vastgesteld. 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 13