25 jaar Kerkuilen op Schouwen-Duiveland Even voorstellen. Kerkuilen behoren tot de familie derTytonidae, een aparte tak binnen de uilengroep. De subfami lie Tyto bestaat uit 14 soorten, waarvan de meeste alleen in Australië en Indonesië voorkomen. Ver uit het meest verspreide familielid is Tyto alba, onze Kerkuil, die voorkomt in gematigde en tro pische zones in vijf continenten. Nederland ligt bijna aan de noordgrens van het verspreidingsge bied. De wereldwijd verspreide Kerkuil ziet er niet overal precies hetzelfde uit: taxonomen on derscheiden liefst 46 ondersoortenIn Nederland overheerst de in Noord- en Oost Europa inheem se, vrij donker ogende T.a. guttata, maar worden ook exemplaren van de aanzienlijk lichter ge kleurde, in Engeland en grote delen van West-Eu ropa voorkomende T.a.alba aangetroffen. Met name zuidelijk Nederland - dus ook Zeeland- is een overgangsgebied tussen beide ondersoorten. Op Schouwen-Duiveland overheersen lichte exemplaren en zijn geheel als T.a.guttata ogende vogels de uitzondering. Kerkuilen komen vooral voor in halfopen land schappen en zijn in West-Europa cultuurvolgers, die zich vooral thuis voelen in het agrarisch ge bied. Weinig dieren zijn zo goed aangepast aan de nachtelijke jacht als de Kerkuil. De structuur van de veren en de lange, brede vleugels maken het mogelijk om langzaam en geruisloos te vliegen en de lange poten met grote klauwen vergemakkelij ken het grijpen van de prooi. Kerkuilen kunnen redelijk goed zien in het donker, maar vertrouwen vooral op hun scherp ontwikkelde gehoor. Als het zelfs voor een Kerkuil te donker is om iets te zien, kan er puur op gehoor nog prooi bemachtigd wor den. Volwassen Kerkuilen zijn veelal honkvast. Al leen bij streng winterweer en gebrek aan voedsel vertonen ze zwerfgedrag. Jonge vogels kunnen aanzienlijke afstanden afleggen, maar driekwart van de Nederlandse vogels blijft binnen 50 kilo meter van de geboorteplaats, terwijl circa 5 op meer dan 250 kilometer daarvan wordt terugge meld. De meeste Kerkuilen worden niet oud. De sterfte van eerstejaarsvogels ligt rond de 70%, en in het tweede en derde jaar is dat 50% en 35%. Een vijf jaar oude Kerkuil is al een krasse knar, maar sommige vitale vogels weten het meer dan 10 jaar vol te houden. Voorkomen tot 1987 op Schouwen-Duiveland Waarschijnlijk broedt de Kerkuil al eeuwen op Schouwen-Duiveland. In de jaren dertig van de twintigste eeuw was de soort volgens wijlen baron C. Schimmelpenninck van der Oije wijd verbreid over het eiland en werd hij als muizenjager door de boeren zeer gewaardeerd. Daaruit valt op te maken dat de soort vooral op boerenerven tot broeden kwam. Volgens Wim de Vrieze broedden voor oorlog en ramp minstens 100 paren op het ei land, waarbij vooral de kapschuur -waarin hooi en graan lagen opgeslagen- een populaire broed plaats was (med. aan R. van't Hof).Tot in de twee de wereldoorlog broedden geregeld vier paren in Zierikzee, meer bepaald in de Nobelpoort, de Noord- en Zuidhavenpoort en in de Dikke Toren. Waarschijnlijk zullen er ook Kerkuilen in dorps kerken gebroed hebben, maar zeker is dit niet. In ieder geval waren de vogels op het eiland bekend genoeg om er de streeknaam "Katuul" op na te houden. Vanaf midden jaren veertig ging het mis met de Schouwse Kerkuilen. Oorlogsinundatie en -verwoestingen, de stormvloedramp van 1953 en de daarop volgende grondige rationalisatie van het landschap en veel boerenerven dunden zowel de hoeveelheid geschikte broedplaatsen als de belangrijkste voedselbronnen danig uit. De uitgedunde populatie kreeg extra klappen in strenge winters, en het lijkt erop dat er na de fa meuze winter van 1963/64 hooguit een enkel paar over was. In 1974 werd gemeld dat de soort 'voor het eerst verstek liet gaan' op het eiland. Vanaf 98 Jan-Willem Vergeer Vogels en boeren. Dat lijkt niet altijd een gelukkige combinatie op Schouwen-Duiveland. Gelukkig is er ook een voorbeeld van een goede samenwerking tussen agrariërs en vogelaars, die heeft geleid tot een spectaculair herstel van bij uitstek een typische vogel van het landelijk gebied: de Kerkuil. Dit artikel geeft een beelcfvan de opkomst van de Kerkuil op Schouwen-Duiveland in de afgelopen 25 jaar en tracht iets te zeggen over de sleutels tot het succes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 20