taybesoogst te laten verdwijnen. Ook voor de Ja panse wijnbes die voorheen altijd ongemoeid bleef en voor de kinderen een heerlijke snoepbes vormde, moest je vroeg opstaan om er zelf van te kunnen genieten.Toen Kuifje al net zo verlekkerd bleek op rijpe vijgen als wij zelf, t^egon ik flink de pest te krijgen aan dat beest en zat hem regelmatig achter zijn broek. Lola ophitsen, hadaar lachten de merels om. Tamme dieren Opvallend tamme beesten kom je wel vaker tegen. Soms zorgen deze voor problemen. Wel aardig om daarbij de onderstaande overwegingen van Adri de Groot uit vogeldagboek23-07-10 te betrekken, www.vogeldagboek.nl "In de Amsterdamse Waterleidingduinen kruiste gisteren een vos mijn pad. 'Kruisen' is ei genlijk niet het goede woord: hij kwam eraan lopen, zag mij al vanaf pakweg honderd meter en bleef desondanks gewoon zijn weg over het ver harde pad vervolgen, stak over en liep op een meter of twee, drie rustig langs me heen. Niet schuw, wel attent. Ik weet niet zo veel van vossen af, maar wel dat ze mensen vrezen (helaas vaak terecht). Komt er dan een vos kalmpj es op j e afstappen, mag j e aan nemen dat het dier ziek is (dat leek deze niet, wel een beetje mager) of dat het een 'rugzakvos' is. Dat woord is bedacht voor vossen die door men sen worden bijgevoerd en vervolgens denken dat er in elke rugzak een hapje zit. Daarom kwam hij naar me toe. Waarschijnlijk. Hij keek me van dichtbij nog wel even aan, zag alleen mijn camera en liep in hetzelfde tempo verder. Op naar de vol gende. Later sprak ik iemand die dezelfde erva ring met de vos had. Dieren krijgen vaak de schuld van 'overlast'. Als meeuwen een zakje patat weggrissen, zijn ze brutaal, vallen ze mensen aan. Diezelfde meeu wen krijgen van anderen echter een patatj e toege gooid, een stukje ijs, brood, enz. Die vogels den ken dan dat ze uit elke patatzak kunnen eten, pikken soms hele ijsjes weg. En dan zijn ze ineens 'gevaarlijk'. Met bijvoedervossen gebeurt het zelfde. Goedwillende maar niet goed nadenken de mensen bezorgen ze kippenbotjes en ander lekkers. De dieren worden daardoor 'tam', maar verliezen ook hun zelfstandigheid bij het zoeken van voed sel. Ze worden afhankelijk. En als hij eens iemand bijt (het blijven ten slotte wilde dieren) moeten de geweren opgepoetst worden. Daarom is het beter om dieren niet bij te voeren als er voldoende voedsel is. Zeker geen dieren als vossen." Broedsucces De jonge merels bleven lang hangen en werden nog geregeld gevoerd door Kuifje. Een zorgzame vader, die er vanwege al dat gesloof op den duur niet meer uitzag. Wat we eerst voor witte plekjes hielden,blekken kale plekj es te zijn die zich steeds verder uitbreiden totdat het beest op den duur een kale bovenschedel had. Ook elders op het li chaam en de vleugels kreeg de merel kale plek ken, zodat je dacht dat deze slijtageslag het beest de kop ging kosten. Maar na de rui aan het eind van de zomer zag Kuifje er weer piekfijn uit, hele maal zwart met alleen een paar onregelmatige veertjes op zijn kop. De herfst viel in. De schaarse opbrengst van de beroemde stoofperen in Burgh bleef ongeplukt hangen en viel later op de grond. In het perkje voor het huis en bij de bomen rond de kerk telde ik wel meer dan tien merels die de laatste peren goed konden gebruiken tegen de vroege winterse koude. Het moet wel heel streng gaan vriezen wil dat volgend j aar geen merelplaag worden Filmpje Ik kreeg een kort filmpje toegestuurd waarin je een zelfde soort situatie ziet: Een zilvermeeuw komt door de openstaande buitendeur naar binnen gelopen en begint daar uit het bakje van de kat te eten, terwijl de poes op de stoel er boven zit en de meeuw in zijn activitei ten volgt. De meeuw bekijkt de kat argwanend en vertrouwt het niet helemaal. Gaat weer naar bui ten, keert op de drempel om en loopt terug. Houdt de kat in de gaten, pakt dan vlug het bakje vast en sleept dat naar buiten waar met een veilig gevoel de laatste brokjes naar binnen worden gewerkt. Erg grappig. Wie het filmpje ook wil zien stuurt maar even een mailtje naar mij (kraker- tjes@zeelandnet.nl). 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2010 | | pagina 8