Slakkeninventarisatie Roggenplaat, Westenschouwen Harry Raad Op 23-11-2010 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden het voormalige werkeiland Roggenplaat (km-hokken 39/40-408) in de stormvloedkering van de Oosterschelde. Met betrek king tot de natuur lijkt het een verloren land, de paar beleidsstukken die schrijver dezes heeft beke ken laten geen bijzondere bescherming zien (Overlegorgaan NPO, 2001; Provincie Zeeland, 2005). Wij zagen daar inderdaad een desolaat landschap met razend verkeer, een zeewering met bitumen afdeklaag en een hobbelige grasvlakte met plaatselijk wat laag struweel. Toch vonden Ine van de Ven, Els Koorstra, Jaap Woets en ondergetekende daar een paar kenmerkende slakjes. De locatie Het bezochte gebied bestaat uit een schierei- landje, dat is doorsneden door Rijksweg N57 op de Peilerdam. Het gebied is in 1970 ontstaan door zandopspuiting op de Roggenplaat. De westzijde is tegen al te hoog zeewater beschermd door een bitumendijk, aan de oostzijde is het opgespoten land slechts beschermd met een glooiing. De N57 ligt op een hoog opgeworpen dam. De begroeiing van de locatie wordt gedomineerd door gras. De westzijde heeft een deel met laag duindoornstru weel en het gras is er vaak zo ijl dat bladmossen en lichenen er domineren. Er is ongetwijfeld een sterke invloed van zeewater, dat bij ruw weer ver stuift en op het land neerdaalt (saltspray). Door de hoge ligging van het gebied is er geen open water, noch een moerasvegetatie te vinden. De permanent hoge luchtvochtigheid is een gunstig aspect voor flora en fauna. Aan de voet van de bi tumen taluds van de dij klichamen zijn andere om standigheden aanwezig door aanvoer van zand, organisch materiaal, zout en (schelp)kalk met het afstromende regenwater. Dit gaf op het zuidelijke deel een smalle zone waar Knikkende distel en - vooral - Gele hoornpapaver zich fraai vestigden. Verspreid op de locatie staan windturbines die ge koppeld zijn aan transformatorhuisjes; de plaat sing in de grasvlakten maakt duidelijk dat die delen nooit onderlopen bij hoge zeestanden. Het voorgaande laat een dynamisch gebied zien met beperkte mogelijkheden voor slakken. De afwezigheid van zoet water/moeras en de in vloed van het zout zijn geen voorwaarden voor een rijk slakkenleven. Opstap De vier slakkenrapers zijn te voet via de noor delijke peilers op de Roggenplaat gekomen en hebben rechtsom een ronde in het gebied ge maakt. Het werk begon dus in het westelijke deel. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2011 | | pagina 20