Van steenuil of varken en van een berkenzwam
Leo Tromper
In de vorige Sterna stond een prachtig verhaal over de Kerkuil, één van de vogelsoorten waar
Rinus van 't Hof zich op Schouwen-Duiveland jaren voor heeft ingezet. Rinus heeft, zo blijkt uit het
verhaal, hier niet alleen heel veel werk aan verricht, maar ook veel plezier aan beleefd. Het kwam
wel eens voor dat zijn directe helpers geen tijd hadden en dat hij dan toch een bezoek aan een
nestkastlocatie moest brengen. Dan belde hij mij soms met de vraag of ik hem wilde assisteren.
Als ik verder geen afspraken had ging ik graag met Rinus mee.
Zo ook een keer voor een controlebezoek aan
een steenuilenkast bij een boerderij in de buurt
van Bruinisse. Vooraf moet ik dan nog wel vertel
len dat eigenlijk de buurman van de boerderij die
wij gingen bezoeken met Rinus had geregeld dat
de te bezoeken boerderij een mooie locatie had
voor een steenuilenkast. En zo hadden ze samen
geregeld, met toestemming van de boer, dat daar
een kast werd opgehangen. Bij ons bezoek was
dan ook de buurman aanwezig. Ook hij was na
tuurlijk nieuwsgierig of de uilenkast al dan niet
bezet was. Bij aankomst maakten we eerst een
praatje met de Grote Lijsters twee heren en
hoorden we dat ze met regelmaat een steenuil
rond zagen vliegen. Maar ja, of er ook werkelijk
in de kast gebroed werd, dat konden ze niet ver
tellen. Dus moesten we in de kast zelf gaan kij
ken. Zo gezegd zo gedaan. Maar helaas de kast
werd niet door steenuilen gebruikt. Er werd toch
nog even nagepraat, waarbij de buurman een
paar keer zei dat de boer, zijn buurman dus, niet
veel verstand van vogels had. Hierdoor raakte
deze toch enigszins gepikeerd, waarop hij, toen
het hem te veel werd,reageerde met:"Mèè ik zie
nog wè dat 't géén vèrken is!". Op dat moment
kreeg ik dus heel veel moeite om mijn gezicht
strak te houden. Gelukkig duurde het gesprek
daarna niet zo lang meer en verlieten we met de
auto de oprit van de boerderij. Toen hoefde ik
eindelijk mijn lachen niet meer in te houden. We
hebben zo hard gelachen dat we pijn in onze
buikspieren kregen. Later belde Rinus mij nog
eens om bruine kiekendieven mee te gaan hel
pen ringen op Bommenede. Ook daar heb ik
goede herinneringen aan. Nu Rinus gestopt is
met het actieve roofvogelbeschermingswerk,
kan hij terugkijken op een mooie tijd. Met zijn
doorzettingsvermogen en zorg heeft hij, ook
voor de Kerkuilen op Schouwen-Duiveland,
veel voor elkaar gekregen.
Inventarisatie
Op 13 maart dit jaar heb ik mijn eerste inventa
risatieronde voor de broedvogels van het Zeepe
weer gelopen. Het was een prachtig ronde. Wat
mij gelijk opviel was de hoge waterstand in het ge
bied. Op verschillende plaatsen stond er in duin
valleien net zo veel water als het winterseizoen
van 1998 dat buitengewoon nat was. Ik moest op
verschillende plaatsen een stuk omlopen omdat
ik niet het pad kon nemen dat ik normaal volg tij
dens mijn inventarisatierondes. Deze waterpartij
en geven meteen een heel andere sfeer aan het ge
bied. Ze zijn prachtig om te zien. Wat ik dan zelf zo
mooi vind, is dat op de plaatsen waar bomen in het
water staan de weerspiegeling van de kale silhou
etten daarin zo prachtig afsteekt. De vraag die dan
gelijk bij je op komt is: 'Hoe maak ik hier nu een
foto van?'. Het beeld datje ziet is bijna niet te fo
tograferen. Gelukkig blijkt dan bij thuiskomst dat
er toch nog wel iets tussen je opnames zit waar je
tevreden over kunt zijn. Bij een omgevallen berk
viel mij een berkenzwam op. De boom, waarop
deze groeide, lag niet plat op de grond maar hing
er vrijwel horizontaal, net boven. De zwam groei
de aan de onderzijde in de tussenruimte van de
stam, en de bodem. Het frappante was dat de
zwam, die oorspronkelijk aan de zijkant van de
stam zou moeten groeien, nu 90° gedraaid aan de
onderzijde terecht was gekomen. Toch groeide
hijna het omvallen van de boom, netjes in het ho
rizontale vlak uit. Verwonderlij k toch, die natuur
Als je dan, met alle drukte op het werk even aan
deze momenten terugdenkt, dan besef je waarom
je voor deze hobby hebt gekozen.
22