de overkant een schitterend
beuken- dennenbos op heu
velachtig terrein, het territori
um van een wespendievenpaar
dat hier al een paar j aar broedt.
We struinen de vallei door,
prikkeldraad over en het bos
in, het klimtuig mee zeulend.
Het blijft altijd even zoeken,
maar na 10 minuten lopen is
het van vers bebladerde tak
ken voorziene nest gelokali
seerd. Het jaar daarvoor werd
het nest ondanks uren durende
speurtochten pas in de herfst
gevonden, de vogels waren
toen natuurlijk al lang vertrok
ken. De wespendief staat niet
voor niets bekend als een ge
heimzinnige, vlak onder
boomtop niveau vliegende
vogel die moeilijk te vinden is,
vooral in het broedseizoen.
Een broedseizoen dat door de
late aankomst ui t Afrika overi
gens pas in juni begint.
Onze onderzoeker en klim
mer moest heel wat toeren uit
halen om bij het nest te komen,
het kostte hem bijna een kwar
tier, maar de beloning was na
tuurlijk schitterend (zie de
foto). Intussen had een ouder
vogel een doorstart gemaakt
op het nest, hij of zij had ons
niet gezien, tot z'n poten de
nestrand raakten en hij direct
verder vloog,echter, van schrik
liet hij zijn prooi vallen, recht
voor onze voeten, een nog le
vende kikker
De jonge vogels worden in
een zak gedaan, naar beneden
getakeld, gemeten en gewogen
en natuurlijk van een ring
voorzien. Als makke schapen
blijven ze liggen, vertonen
nauwelijks enige agressie en
laten zich uitgebreid fotogra
feren.
We pakken onze spullen, klauteren terug naar de werkschuur en op
weg naar de volgende ringplek. Deze ligt aan de rand van Nij megen in
een voor het publiek toegankelijk dennenbos en ook daar ringen we
nogmaals twee jonge wespendieven. Ook hier uitgegeten honingra
ten onder het nest,zoals bekend graven wespendieven honigraten uit
waarna de larven opgegeten worden. Op de foto is duidelijk de dikke
washuid rond de snavel te zien met de voor jonge vogels kenmerken
de gele kleur. Dit tweede nest bleek achteraf tevens het laatste dat we
die dag ringden.
De derde stop, langs een beek op enkele honderden meters van de
grens met het Duitse Reichswald leverde geen succes op. Alhoewel
we het gebied van alle kanten doorkruisten, er waren daar regelmatig
wespendieven gesignaleerd, troffen we op het ouderoofvogelnest
tot verrassing van klimmer Gerard een stel nijlganzen pullen. Mocht
de lezer verrast zij n dat Nijlganzen in bomen broedden, ook ik wist dat
niet.
Ook een andere potentiële broedlocatie waar het jaar daarvoor
nog webcam opnamen gemaakt waren door de jonge Wageningse stu
dent, leverde ondanks dat we het gebied grondig uitkamden, geen
nest op.
Daarom niet getreurd, een schitterende ervaring rijker begaven we
ons tegen zevenen 's avonds vermoeid doch voldaan, zoals dat zo
mooi heet, terug naar De Val.
Voor volgend voorjaar, 2011, zei Henk bij het afscheid, heb ik een
uitnodiging liggen voor een ringsessie in het Groningse Oldambt,
gaan we Grauwe Kiekendieven ringen, lijkt je dat wat
25